Eerste Kamer stemt in met bevorderen hernieuwbare energie



De Eerste Kamer heeft dinsdag direct na een debat ingestemd met een wetsvoorstel van staatssecretaris Van Veldhoven van Infrastructuur en Milieu over de implementatie van een Europese richtlijn die het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen uitvoert. De fracties van SGP, CDA, VVD, GroenLinks, 50Plus, PvdA, OSF en CU steunden het wetsvoorstel; de fracties van PVV, FVD, SP, Fractie-Nanninga, PvdD en Fractie-Otten stemden tegen.

De Europese richtlijn moet stimuleren dat er in de landen van de Unie meer energie uit hernieuwbare bronnen komt. De richtlijn is volgens het kabinet in lijn met de afspraken die het in Nederland in het kader van het Klimaatakkoord met verschillende sectoren voor vervoer gemaakt heeft. Voor de vervoerssector moeten brandstofleveranciers zorgen dat tegenover hun leveringen van benzine en diesel voldoende leveringen van duurzame biobrandstoffen (of uit hernieuwbare bronnen gewonnen elektriciteit) staan. Het wetsvoorstel introduceert een nieuw en zelfstandig instrument voor de brandstofleverancier om te voldoen aan zijn reductieverplichting: de broeikasgasreductie-eenheid (BKE). Ook dit is een uitwerking van een afspraak uit het Klimaatakkoord.

Aan het debat namen vijf fracties deel: GroenLinks (mede namens PvdA), D66, PVV, FVD en OSF. Zij vroegen de staatssecretaris op een aantal punten om verduidelijking. De senatoren Bezaan (PVV) en Dessing (FVD) gaven al direct in het debat aan tegen het wetsvoorstel te zullen zijn. Bezaan waarschuwde daarnaast voor rechtszaken die er mogelijk zullen komen als de ambities niet gehaald worden. Dessing sprak verder zijn ongenoegen uit over de haast waarmee het wetsvoorstel behandeld moest worden. De overige sprekers – de senatoren Kluit (GroenLinks), Pijlman (D66) en Raven (OSF) – wilden vooral weten waarom het kabinet niet ambitieuzer is in het wetsvoorstel, bijvoorbeeld door niet alleen naar de vervoerssector (waarbij luchtvaart en scheepvaart voordeel lijkten te hebben) te kijken (Kluit), door het gebruik van waterstof veel meer te stimuleren (Pijlman) en door grond voor het winnen van verschillende energiebronnen tegelijk te gebruiken, meervoudig grondgebruik (Raven).

Impressie van het debat

Senator Kluit (GroenLinks), die ook sprak namens de PvdA, gaf aan dat het grote dilemma is dat naarmate hernieuwbare bronnen op grote schaal worden toegepast, ze grotere impact hebben op hun omgeving. Ze had een aantal vragen over biomassa en over de verhandelbare certificaten, de zogenoemde BKE’s. Kluit vroeg de staatssecretaris naar een overzicht van beschikbaarheid van grondstoffen en hoeveel Nederland toebedeeld krijgt in relatie tot een fair share. Gaat Nederland nog iets doen om in Europees verband te regelen dat soja wordt uitgesloten, zo vroeg zij, en of we biobrandstoffen niet beter in chemie of duurzame woningen moeten gebruiken. Kluit wilde ook weten waarom de luchtvaart en de zeevaart er wel bij horen en de spoorwegen niet. Daarnaast vroeg zij of het niet voor alle markten open moeten staan die hernieuwbare brandstoffen willen gebruiken. Het financiële voordeel lijkt voor de deelnemende markten. Hoe kan het kabinet het voordeel dat zij aan deze sectoren geven, verdedigen? Zij noemde dat een ongewenste ontwikkeling die zo spoedig mogelijk beëindigd moet worden om het level playing field te herstellen.

Senator Raven (OSF) wilde weten hoe we de kansen voor hernieuwbare energie kunnen vergroten zonder onnodig zware barrières op te werpen voor de producenten. Het aandeel van elektrische auto’s in Nederland is nu nog belabberd laag, zo stelde hij, en daarmee zijn we ver weg van taakstelling om uitstoot te verminderen. Volgens Raven moeten we meervoudig grondgebruik versneld inzetten, ook al is daar begrijpelijkerwijs veel verzet tegen. De OSF-senator suggereerde om bijvoorbeeld de ondergrond van zonneparken te gebruiken voor de productie van biobrandstofgewassen, waardoor de energieopbrengst van die grond aanzienlijk wordt vergroot. Dat zou ook zeer positief kunnen bijdragen aan de biodiversiteit, bijvoorbeeld door koolzaad te planten.

Senator Bezaan (PVV) betoogde dat het klimaat zich niet de wet laat voorschrijven. Dat is volgens haar wel gebleken in de afgelopen miljoenen jaren, met en zonder de mens. Nederland wil het braafste jongetje van de klas zijn, maar ze vroeg zich af of we daarmee ook het beste jongetje zijn. Senator Bezaan wilde weten wat er gebeurt als de doelstellingen en ambities niet worden gehaald. Kunnen milieuorganisaties dan weer naar de rechter stappen, zo vroeg zij de staatssecretaris. Met andere woorden: bereiden we vandaag de zoveelste rechtsgang van Urgenda voor? ‘Bezint eer ge begint!’, zo stelde de PVV-senator.

Senator Dessing (FVD) gaf aan zich met de rug tegen de muur gezet te voelen, omdat het wetsvoorstel pas drie weken geleden bij de Tweede Kamer is ingediend en met een speciale versnelde procedure wordt afgedaan. Hij deed een dringend verzoek om te streven naar tijdige indiening van wetsvoorstellen die al lang in de planning zitten. Hij wilde van de regering weten wat er zou misgaan als de Eerste Kamer het wetsvoorstel vandaag niet zou afdoen. ‘Zou het klimaat dan na 1 juli onherstelbare schade oplopen?’, zo vroeg hij de staatssecretaris. Sommige sectoren zijn technisch niet in staat om gebruik te maken van hernieuwbare bronnen, zo stelde Dessing. Daarom bepleitte hij een systeem van verhandeling aan sectoren die er geen gebruik van kunnen maken. Tot slot wilde hij weten wat, alles overziende, de totale kosten van het implementeren van deze wet zijn voor de burger. Volgens Dessing zwemt Nederland steeds verder in de CO2-fuik, een doodlopende weg die zijn fractie niet zal steunen.

Senator Pijlman (D66) gaf aan dat het bulkvervoer uit bijvoorbeeld China op schepen met fossiele brandstoffen veel goed werk op gebied van CO2-reductie ongedaan maakt. Hij hield een pleidooi om werk te maken van waterstof. Dit kan volgens Pijlman vergroening van onder anderen de scheepvaartsector betekenen. De senator uitte grote waardering voor de inzet van de staatssecretaris in Europa om te voorkomen dat er buiten de EU brandstoffen uit soja en palmolie blijven worden gewonnen, maar gaf tegelijkertijd aan dat internationaal moeilijk is de hele keten te overzien. Pijlman uitte twijfels over de handhaving bij de BKE en steunde het voornemen om hiermee daarom voorlopig nog niet van start te laten gaan. Wel vroeg senator Pijlman de staatssecretaris hoe zij de handhaving dan wel denkt te regelen.

Beantwoording staatssecretaris Van Veldhoven

Staatssecretaris Van Veldhoven zei dat het wetsvoorstel de eerder aangegane verplichtingen voortzet, maar dat er wel verbeteringen zijn aangebracht. Zo wordt onder andere het toezicht op de gebruikte BKE-systematiek in haar woorden ‘robuust’. De BKE wordt wel later geïntroduceerd omdat fraude op dit moment nog niet helemaal uitgesloten is. Volgens de staatssecretaris moet biomassa zorgvuldig worden ingezet en moeten we niet denken dat het ongelimiteerd voor iedereen altijd beschikbaar is. Daarom heeft het kabinet 200 miljoen euro uitgetrokken voor investering in hoogwaardige biomassa. Van Veldhoven zegde daarnaast toe dat ze de jaarlijkse rapportage over claims van de lucht- en scheepvaart aan de Kamer zal sturen. Ook vindt ze dat er haast gemaakt moet worden met waterstof omdat het in het belang van veel sectoren is, maar dat besluiten daarover aan een volgend kabinet zijn. Over het meervoudig landgebruik zegde ze toe dat zij naar deze mogelijkheid zal kijken, samen met haar collega’s van Economische Zaken en Klimaat en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Over hun bevindingen zal ze een brief naar de Kamer sturen.



Deel dit item: