Toezegging Artikel 6 en 19 van de Vogel- en Habitatrichtlijn implementeren in de Omgevingswet (33.348) (T02199)
De staatssecretaris van Economische Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Verheijen (PvdA), toe dat de artikelen 6 en 19 van de Vogel- en Habitatrichtlijn ook rechtstreeks in de Omgevingswet worden geïmplementeerd.
Nummer | T02199 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 8 december 2015 |
Deadline | 1 juli 2020 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris van Economische Zaken (2012-2017) Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister voor Natuur en Stikstof |
Kamerleden | Drs. L.H.J. Verheijen (PvdA) |
Commissie | commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | Omgevingswet Vogel- en Habitatrichtlijn |
Kamerstukken | Wet natuurbescherming (33.348) |
Handelingen I 2015-2016, nr. 11, item 8, blz. 45-54
De heer Verheijen (PvdA):
(...)
Mijn derde punt is het debat over de intrinsieke waarde en de inbouw in de Omgevingswet. De staatssecretaris heeft daar een volledige uitleg over gegeven. Ik mag toch aannemen dat artikel 6 en artikel 19 van de Vogel- en Habitatrichtlijn van kracht blijven en dus dadelijk geïmplementeerd zijn in de Omgevingswet als de inbouw is afgerond. In het kader van de afweegbaarheid van de economische ruimte versus de natuurbescherming moet helder zijn dat de regels die op grond van de internationale verplichtingen gelden, die we in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn met elkaar hebben afgesproken, dan nog steeds van kracht zijn. Dan zijn artikel 6 en artikel 19 als het gaat om de passende beoordeling en de ADC-toets natuurlijk erg sturend voor hetgeen mogelijk is.
(...)
Staatssecretaris Van Dam:
(...)
De heer Verheijen heeft daarnaast gevraagd of artikel 6 en artikel 19 van de Vogel- en Habitatrichtlijn ook zo in de Omgevingswet komen. Ja, die eisen komen inderdaad rechtstreeks in de Omgevingswet; daarover kan ik de heer Verheijen geruststellen.
Brondocumenten
-
behandeling Verslag EK 2015/2016, nr. 11, item 8
-
30 mei 2023
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
23 mei 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
9 mei 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
14 april 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
14 april 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
7 februari 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
20 januari 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
7 juni 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
24 mei 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 januari 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Natuur en Stikstof -
10 januari 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
21 april 2020
nieuwe deadline: 1 juli 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
6 april 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
16 april 2019
nieuwe deadline: 1 januari 2020
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
9 april 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 april 2018
nieuwe deadline: 1 januari 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
4 april 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
7 november 2017
nieuwe commissie: commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) -
7 november 2017
commissie vervallen: commissie voor Economische Zaken (EZ) -
26 oktober 2017
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
26 oktober 2017
verantwoordelijkheid verlopen: Staatssecretaris van Economische Zaken (2012-2017) -
8 december 2015
toezegging gedaan
Toezegging Geen onnodige belemmeringen voor ontwikkelruimte bij toepassing salderingsinstrumenten bij aanpak stikstof (35.347) (T02829)
De Minister van Landbouw zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Schalk (SGP), toe bij het toepassen van de salderingsinstrumenten in het kader van de aanpak van het stikstofprobleem geen onnodige belemmeringen op te werpen door te waarborgen dat er voor de sector duurzaam voldoende ontwikkelruimte blijft bestaan.
Nummer | T02829 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 17 december 2019 |
Deadline | 1 juli 2022 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister voor Natuur en Stikstof |
Kamerleden | P. Schalk (SGP) |
Commissie | commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | salderingsinstrument stikstof |
Kamerstukken | Spoedwet aanpak stikstof (35.347) |
Handelingen I, 2019-2020, nr. 14, item 20 - blz. 22.
De heer Schalk (SGP):
Dank u wel, voorzitter. Het scheelt straks in de tweede termijn ruimte als ik mijn vraag even heel precies mag stellen aan de minister. Kan zij toezeggen bij het toepassen van de salderingsinstrumenten geen onnodige belemmeringen op te werpen door te waarborgen dat er voor de sector voldoende duurzame-ontwikkelingsruimte blijft bestaan? Dat is mijn eerste vraag.
Minister Schouten:
Wat dat eerste betreft, ik heb "geen onnodige belemmeringen" genoteerd en dat er voldoende ontwikkelruimte voor de sector overblijft. Dat is ook het uitgangspunt voor het kabinet. We moeten zorgen dat er ontwikkelruimte beschikbaar blijft voor de sector. Dat is het kader waarbinnen we de keuzes maken.
Handelingen I 2019-2020, nr. 14, item 20 - blz. 31.
De heer Schalk (SGP):
(…)
De minister heeft een heldere toezegging gedaan dat bij het toepassen van de salderingsinstrumenten geen onnodige belemmeringen worden opgeworpen, door te waarborgen dat er voor de sector voldoende duurzame ontwikkelingsruimte blijft. Ik dank haar voor die heldere toezegging.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2019/2020, nr. 14, item 20 (herdruk)
-
4 april 2023
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
22 maart 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor N&S over toezegging 'geen onnodige belemmeringen voor duurzaamheidssector vanwege toepassing salderingsinstrumenten bij aanpak stikstofprobleem'
Voor kennisgeving aangenomen op 4 april 2023
EK 35.334 / 35.347, BB
-
-
14 februari 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
7 februari 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
20 januari 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
7 juni 2022
nieuwe deadline: 1 juli 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
24 mei 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 januari 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Natuur en Stikstof -
10 januari 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
23 november 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
3 november 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
17 december 2019
toezegging gedaan
Toezegging Natuur eerste prioriteit bij uitbouw DSO (34.985) (T03001)
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks), toe dat de eerste uitbouw van het DSO het onderwerp ‘natuur’ betreft.
Nummer | T03001 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 30 juni 2020 |
Deadline | 1 januari 2023 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Minister voor Natuur en Stikstof |
Kamerleden | drs. S.M. Kluit (GroenLinks-PvdA) |
Commissie | commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | Aanvullingswet natuur Omgevingswet Digitaal Stelsel Omgevingswet natuur Omgevingswet |
Kamerstukken | Aanvullingswet natuur Omgevingswet (34.985) |
Handelingen I 2019-2020, nr. 34, item 4, blz. 2
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
(…)
Dan het puntje natuurinformatie in het digitaal stelsel. Over welke informatie wel en welke niet in het digitaal stelsel zit, is in de vragenrondes bij de verschillende wetten al veel gewisseld, maar het is ons toch nog niet helder genoeg. Zonder adequate, gedetailleerde informatie over het Natuurnetwerk Nederland en de aanwezige natuurgebieden en natuurwaarden in het DSO, zal het in de praktijk heel lastig blijken om de natuur te beschermen. Ik heb dan ook bij de invoeringswet gevraagd hoe de afspraken tussen IPO, VNG en Rijk over het opnemen van deze natuurinformatie er precies uitzien. Kan de minister ingaan op de huidige stand van zaken van de gesprekken tussen het Rijk en de decentrale overheden? Wil zij toezeggen dat de informatie over de begrenzing van het Natuurnetwerk Nederland en de wijzigingen daarin en informatie over soorten, over habitats, definitief een goede plek heeft gekregen in de uitbouw van het DSO? Kan zij aangeven of de financiering van deze specifieke uitbouw geregeld is? Zo ja, hoe is dat dan geregeld? Kan zij tot slot toezeggen dat deze informatie op 1 januari 2022, de dag waarop het allemaal ingaat, ook daadwerkelijk beschikbaar is voor burgers en bedrijven in Nederland?
Handelingen I 2019-2020, nr. 34, item 12, blz. 21-43
Minister Ollongren:
(…)
Mevrouw Kluit had ook een vraag over de ontsluiting van natuur in het DSO. Dat was, meen ik, de vraag die zij stelde. Het DSO heeft natuurlijk meerdere functies. Dat gaat zowel over het je kunnen oriënteren op waar het over gaat, als over het checken of een vergunning of een melding nodig is en die vervolgens ook kunnen aanvragen. Dat is de basis. Die functies zijn bij de inwerkingtreding beschikbaar voor het onderdeel natuur. Dus in het DSO zullen alle regels uit de rijksregelgeving en de provinciale omgevingsverordeningen zichtbaar worden, ook via de oriëntatiefunctie van de landelijke voorziening DSO.
Er kan ook een natuurvergunning worden aangevraagd via het DSO, maar dan zou je zeggen: wij hebben eigenlijk een verdergaande ambitie dan dat. Ik denk dat dit zo is, vooral bij het rijk en de provincie. Wij zouden het liefst meer informatie, verdergaande informatie hebben. Dat zou je het liefst willen ontsluiten via het DSO, maar dat is nog niet voorzien bij de inwerkingtreding. Dat is iets wat pas daarna zou kunnen gaan gebeuren, omdat wij het oude BIT-advies uit 2017 ter harte hebben genomen. Wij willen dit ICT-project immers zorgvuldig doen. Die zorgvuldigheid houdt in dat wij het niet aan de voorkant willen overladen, maar in gecontroleerde stappen willen werken. Wij ontwikkelen dus het DSO eerst naar het basisniveau. Daarmee kan de wet in werking treden. Daarna kun je de wet gaan verrijken, als je weet dat het DSO op basisniveau goed functioneert. Ik vond dit destijds een heel belangrijke aanbeveling van het BIT. Vandaar dat die aanvullende informatie pas later kan volgen.
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
Dit raakt er een beetje aan het punt dat wij op het vlak van benutten alles goed op orde hebben, maar op het vlak van beschermen nog niet. Dit gaat over de natuurinformatie in het DSO. Ik hoor de minister zeggen dat dit nog niet is geregeld. Maar mijn vraag was wat specifieker. Er was eerder gezegd dat daar met de provincies en andere decentrale overheden over gesproken werd en dat het onderdeel zou worden van de uitbouw. Is dat nu geregeld in die uitbouw? Ik hoor de minister zeggen dat het er op 1 januari 2022 nog niet is, maar wat is dan de termijn waarop het er wel zou kunnen zijn?
Minister Ollongren:
Dat vind ik een moeilijke vraag, die ik niet zo een-twee-drie durf te beantwoorden. Ik kan wel zeggen dat wij natuurlijk wel al spreken met de provincies over die uitbouw, hoe die er precies uit zou moeten zien en wat er dan precies in zou moeten zitten. De provincies hebben er ook middelen voor vrijgemaakt, en ik trouwens ook. Dus dat het in het vizier is als een volgende stap, kan ik nu wel toezeggen. Ik kan op dit moment echter niet zeggen wanneer precies.
(…)
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
Dank voor het antwoord. De vraag over de timing van de uitbouw staat nog open. Wanneer is die af: voor het ingaan van de Omgevingswet, of niet? En over de bekostiging daarvan hadden de heer Rietkerk en ik allebei nog een vraag.
Minister Ollongren:
Ik kom zeker nog terug op de bekostiging. Wat betreft de timing zeg ik: de uitbouw kan per definitie niet eerder plaatsvinden dan de inwerkingtreding. De afspraak is dat het DSO moet werken. Dan hebben we door het uitstel van de inwerkingtreding iets meer tijd om het echt te implementeren en om goed te oefenen met het stelsel. Op de datum van de inwerkingtreding is er dus een functionerend DSO, en een stelsel dat functioneert op basis van dat DSO. Van daaruit gaan we uitbouwen. Ik kan u niet precies zeggen wanneer die uitbouw wat betreft natuur die ik net noemde dan gereed is, maar het is wel de eerste prioriteit, dus het is wel de eerste uitbouw die er gaat komen.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2019/2020, nr. 34, item 12
-
behandeling Verslag EK 2019/2020, nr. 34, item 4
-
23 mei 2023
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
9 mei 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
14 april 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
6 december 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
16 november 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
8 februari 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
8 februari 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 januari 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
10 januari 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Natuur en Stikstof -
10 januari 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
10 januari 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
30 juni 2020
toezegging gedaan
Toezegging Bemiddelende rol bij bomenkap in buitengebied (34.985) (T03003)
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks), toe een gesprek te faciliteren tussen provincies en gemeenten om onduidelijkheden over bomenkap in het buitengebied en de rolverdeling daarbij, te bespreken.
Nummer | T03003 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 30 juni 2020 |
Deadline | 1 januari 2021 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Minister voor Natuur en Stikstof |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister voor Natuur en Stikstof |
Kamerleden | drs. S.M. Kluit (GroenLinks-PvdA) |
Commissie | commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | Aanvullingswet natuur Omgevingswet bomenkap natuur Omgevingswet |
Kamerstukken | Aanvullingswet natuur Omgevingswet (34.985) |
Handelingen I 2019-2020, nr. 34, item 4, blz. 3
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
(…)
Dan het punt van bomen kappen in het buitengebied. Ten aanzien van de beoogde rolverdeling tussen provincies en gemeenten als het gaat om de kap van bomen of houtopstanden, zoals dat dan heet, in het buitengebied, zit er nog veel ruis op de lijn. Ik heb recentelijk nog gesproken met vertegenwoordigers van IPO en VNG en ik kan constateren dat die qua uitleg nog niet helemaal op één lijn zitten. Kan de minister aangegeven hoe het staat met het aangekondigde overleg in dezen? Hoever zijn we? Is er een tekst waarover overeenstemming is waarin de bevoegdheidsverdeling naar ieders tevredenheid is vastgelegd? In de optiek van GroenLinks is de gemeente de beste overheidslaag om de houtopstanden in het buitengebied op waarde te kunnen beoordelen, juist omdat dit soort kleine opstanden niet van natuurbelang zijn — het zijn gewone bomenrijen — maar lokaal een grote betekenis kunnen hebben in het kader van recreatie, luchtkwaliteit en omdat gemeenten beter geëquipeerd lijken om op dat detailniveau te kunnen uitvoeren en met name handhaven. Als er een herplantplicht is, wordt er ook gehandhaafd. We brengen de minister daarbij in herinnering dat het bij het opheffen van het Bosschap al een keertje eerder is misgegaan. Toen is er een vrij grote kaalslag in het buitengebied geweest, omdat er niemand was die de uitvoering en de handhaving daadwerkelijk oppakte. Wij vragen de minister of zij het met de fractie van GroenLinks eens is dat gemeenten in een buitengebied volwaardig bevoegd zijn bij de kap van de houtopstanden. Is zij bereid om met de decentrale overheden om tafel te gaan en ervoor te zorgen dat er voor 1 januari 2021, dus een jaar voor inwerkingtreding, een nieuwe tekst dan wel toelichting is op de tekst die in het DSO meegenomen kan worden?
Handelingen I 2019-2020, nr. 34, item 12, blz. 25-26
Minister Schouten:
(…)
Dan de specifieke vraag over bomenkap in het buitengebied en de rolverdeling tussen de provincies en de gemeenten. Dit is echt een decentrale bevoegdheid. Ik begrijp dat er inderdaad weleens wat vragen zijn met betrekking tot provincies en gemeenten, met name van degenen die vergunningen moeten aanvragen: met welk regime heb je nu te maken? De regels met betrekking tot de houtopstanden buiten de bebouwde kom gaan inhoudelijk ongewijzigd op in het Besluit activiteiten leefomgeving onder de Omgevingswet. Met name het feit dat gemeenten, naast het Rijk en de provincies, regels stellen over houtopstanden die niet alleen betrekking hebben op de bebouwde kom maar ook daarbuiten, levert discussie op tussen de verschillende bevoegde gezagen.
Wij hebben ook nog eens gekeken hoe het nou eigenlijk werkt in de praktijk. Leidt de onduidelijkheid over de regelgeving tot problemen in de praktijk? Het is gebleken dat dit op sommige plekken wel zo is en dat de regels per gemeente ook weer verschillend kunnen zijn. Ik begrijp dat ze op sommige plekken niet heel veel verder komen. Wat ik zou kunnen doen, is dat ik faciliteer dat dit gesprek weer een keer plaatsvindt en we gewoon eens kijken wat er nou voor nodig is om hier wat meer duidelijkheid over te krijgen. Ik kan niet treden in de bestuurlijke verantwoordelijkheden, want die liggen waar ze liggen, maar ik zie dat er soms wel een soort onduidelijkheid is waardoor de mensen die met de regels moeten werken, niet meer goed snappen wat nou de situatie is. Ik zal kijken of ik daar een bemiddelende rol in kan spelen.
(…)
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
Dank daarvoor, want dat is denk ik precies wat er nodig is, namelijk dat er helderheid is over hoe dit precies ligt. Kan de minister ervoor zorgen dat het op tijd duidelijk is, dat wil zeggen voor 1 januari, zodat het ook goed terechtkomt in het DSO? Want daar is ook discussie over: wie moet wat opnemen? Kan dat voor het einde van dit jaar?
Minister Schouten:
Ik zal kijken of dat voor het einde van dit jaar kan. Ik kan geen resultaatsverplichting aangaan, in de zin dat het me lukt om overal alle vuiltjes of onduidelijkheden weg te krijgen. Maar ik zie soms wel de onduidelijkheid die er heerst. Ik wil er wel een rol in spelen om te kijken hoe we dat toch wat inzichtelijker kunnen maken. Dat kan ik dan voor het einde van het jaar aan uw Kamer rapporteren.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2019/2020, nr. 34, item 12
-
behandeling Verslag EK 2019/2020, nr. 34, item 4
-
23 mei 2023
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
9 mei 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
14 april 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
5 juli 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
7 juni 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
24 mei 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 mei 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Natuur en Stikstof -
10 mei 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
10 mei 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister voor Natuur en Stikstof -
10 januari 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
10 januari 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Natuur en Stikstof -
10 januari 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
10 januari 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
14 september 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
15 juli 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
verslag van een schriftelijk overleg met de minister van LNV over de bemiddelende rol van de minister bij bomenkap in het buitengebied
Op 14 september 2021 voor kennisgeving aangenomen.
EK, N
-
-
9 februari 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 februari 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
26 januari 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
30 juni 2020
toezegging gedaan
Toezegging Afstemming definities bij voortgangsrapportages Natuurnetwerk Nederland (34.985) (T03006)
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van het lid Kluit (GroenLinks), toe dat zij erop toe zal zien dat definities bij de voortgangsrapportages van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) op elkaar afgestemd worden.
Nummer | T03006 |
---|---|
Status | afgevoerd |
Datum toezegging | 30 juni 2020 |
Deadline | 1 juli 2021 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister voor Natuur en Stikstof |
Kamerleden | drs. S.M. Kluit (GroenLinks-PvdA) |
Commissie | commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | Aanvullingswet natuur Omgevingswet natuur Natuurnetwerk Nederland Omgevingswet |
Kamerstukken | Aanvullingswet natuur Omgevingswet (34.985) |
Handelingen I 2019-2020, nr. 34, item 4, blz. 2
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
(…)
Dan het Natuurnetwerk Nederland. De landelijke doelstelling voor instandhouding is in het voorstel voor de aanvullingswet natuur niet direct doorvertaald naar rijksomgevingswaarden. Dit roept bij ons de vraag op hoe de minister wil voorkomen dat burgers, bouwers, boeren en natuurorganisaties in het nieuwe stelsel te maken krijgen met meerdere provinciale natuurvisies en omgevingsplannen die los van elkaar eisen stellen en ideeën en strategieën ontwikkelen die niet op elkaar afgestemd zijn. Daardoor wordt het voor burgers onoverzichtelijk waar men aan moet voldoen. De praktijk waarschuwt nu al luid dat het lastig wordt om grensoverschrijdende doelen en met name dus die rijksdoelen in beeld te houden. Graag een reactie van de minister. De fractie van GroenLinks is van mening dat ten aanzien van het Natuurnetwerk Nederland nu niet duidelijk genoeg is wie aan zet is, wat er van de partijen verwacht wordt en met welke doelen ze zich moeten inspannen en dat daardoor het doelbereik, een landelijk gunstige staat van instandhouding, zeer ongrijpbaar en wellicht zelfs onbereikbaar wordt. Is de regering bereid om vanuit haar rol als systeemverantwoordelijke hier toch nog meer werk van te maken door de nodige duidelijkheid wel te creëren, bijvoorbeeld over definities? (…).
Handelingen I 2019-2020, nr. 34, item 12, blz. 37-44
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
(…)
Het Natuurnetwerk Nederland raakt aan het vorige punt. We zijn blij dat de minister heeft toegezegd om daarover aan ons te rapporteren hoe dat gaat en dat dit ook goed in beeld blijft. We zouden de minister wel willen vragen om nog goed te kijken of de provincies de definities op elkaar afstemmen, omdat het anders met verschillende definities in die gebieden wellicht lastiger wordt om op nationaal niveau aan te geven wat er precies gebeurt in dat Natuurnetwerk Nederland.
(…)
Minister Schouten:
(…)
Dat geldt ook voor het op elkaar afstemmen van de definities bij de voortgangsrapportages van het NNN, het Natuurnetwerk Nederland. Daar kijken we ook naar, want de resultaten in de rapportages moeten wel vergelijkbaar zijn. De provincies hebben natuurlijk een eigenstandige bevoegdheid, maar het is wel goed om te zien hoe dit per provincie gaat. De precieze invulling van het Natuurnetwerk, dus oppervlakte, kwaliteit en samenhang, blijft aan de provincies. Ik ben het met u eens dat de vergelijkbaarheid van de rapportages optimaal moet zijn, dus daar gaan we ook ons best voor doen.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2019/2020, nr. 34, item 12
-
behandeling Verslag EK 2019/2020, nr. 34, item 4
-
28 november 2023
nieuwe status: afgevoerd
Voortgang: -
14 november 2023
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-
verslag van een schriftelijk overleg met de ministers van LNV en voor N&S over het halfjaarlijks rappel toezeggingen LNV en N&S
Door de commissie voor IWO op 28 november 2023 voor kennisgeving aangenomen.
EK, A
-
-
18 april 2023
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
5 april 2023
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-
verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor N&S over afstemming van de diverse door het Natuurnetwerk Nederland (NNN) gehanteerde definities in de Voortgangsrapportages Natuur
Op 18 april 2023 voor kennisneming aangenomen.
EK, R
-
-
21 februari 2023
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
7 februari 2023
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
20 januari 2023
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
6 december 2022
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
16 november 2022
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
7 juni 2022
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
24 mei 2022
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
10 mei 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Natuur en Stikstof -
10 mei 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
8 februari 2022
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten: -
8 februari 2022
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
10 januari 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
10 januari 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
10 januari 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
14 december 2021
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
26 november 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
22 juni 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
4 mei 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
30 juni 2020
toezegging gedaan
Toezegging Met de minister van Financiën overleggen over mogelijke versnelling opkoopregelingen piekbelasters (35.600) (T03103)
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Prins (CDA), toe het gesprek aan te gaan met de minister van Financiën om te bezien wat mogelijk is qua versnelling van de opkoopregelingen voor piekbelasters.
Nummer | T03103 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 2 maart 2021 |
Deadline | 1 januari 2022 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister voor Natuur en Stikstof |
Kamerleden | G. Prins (CDA) |
Commissie | commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | opkoopregelingen stikstofproblematiek |
Kamerstukken | Stikstofreductie en natuurverbetering (35.600) |
Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 33-34.
Mevrouw Prins (CDA):
Ik ben blij dat er extra aandacht is voor de piekbelasters, want ik denk dat dat zou kunnen helpen voor de legalisering van de PAS-meldingen. Dat vinden wij heel erg belangrijk. Ik heb nog wel een vraag. We hebben gevraagd om de versnelling. U geeft aan dat u een tweesporenbeleid gaat voeren, met gesprekken en met evalueren.
Kunt u de omvang daarvan vergroten zodat we zo veel mogelijk piekbelasters al in die tweede tranche kunnen meenemen? Wij denken namelijk dat snelheid geboden is, juist voor de PAS-melders.
Minister Schouten:
De bedragen die ik nu heb voor de opkoop liggen vast. Maar ik begrijp de vraag van mevrouw Prins, zeker als we zien dat er echt snel slagen te slaan zijn. Ik zal mij daartoe moeten verstaan met de minister van Financiën, want dan zouden we budgetten naar voren moeten halen. Als blijkt dat daar kansen zijn die we anders missen, dan wil ik wel met de minister van Financiën het gesprek aangaan over wat er mogelijk is. Dat is geen resultaatverplichting, maar de inspanningsverplichting ligt er.
Mevrouw Prins (CDA):
Dat is een begin, dank u wel.
Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 54.
Mevrouw Prins (CDA):
(…)
Ook de door de minister toegezegde versnelling en mogelijke uitbreiding van de tweede en derde tranche van de opkoop van de piekbelasters zijn een goed signaal voor het CDA.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2020/2021, nr. 27, item 10
-
7 februari 2023
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
20 januari 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
7 juni 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
24 mei 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 januari 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Natuur en Stikstof -
10 januari 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
23 november 2021
nieuwe deadline: 1 januari 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
3 november 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 maart 2021
toezegging gedaan
Toezegging Informeren over ontwikkelingen opkoopregelingen grootste piekbelasters stikstof (35.600) (T03104)
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks), toe de Kamer op de hoogte te houden van de ontwikkelingen in de opkoopregelingen van de grootste piekbelasters.
Nummer | T03104 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 2 maart 2021 |
Deadline | 1 januari 2022 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister voor Natuur en Stikstof |
Kamerleden | drs. S.M. Kluit (GroenLinks-PvdA) |
Commissie | commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | opkoopregelingen stikstofproblematiek |
Kamerstukken | Stikstofreductie en natuurverbetering (35.600) |
Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 34.
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
Dit is een verfijning van het voorgaande. Ik had specifiek gevraagd of er voorrang kan worden gegeven aan bedrijven die rondom heel kwetsbare, stikstofgevoelige natuurgebieden zitten zodat daar de problemen versneld opgelost worden. Zeker als de vraag groot is, zou dat de problemen nog weer sneller op kunnen lossen.
Minister Schouten:
We hebben aan de provincies gevraagd goed in beeld te brengen waar de piekbelasters zitten. Sommige provincies zijn daar zelf heel actief mee aan de slag. Dat gaat overigens vaak om provincies waar juist die kwetsbare gebieden liggen omdat het effect best groot is als je een piekbelaster opkoopt. De exacte stand van dit moment ken ik niet. We gaan nu ook niet zeggen: je moet eerst daar de piekbelasters weghalen en dan pas op een andere plek. We vragen wel aan provincies om echt te kijken naar de grootste piekbelasters, want dan heb je natuurlijk het meeste effect. Vaak heb ik daar ook voor nodig dat ik ze kan verplaatsen en dat is op dit moment gewoon niet het geval.
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
Ik snap het antwoord, maar ik denk dat we hier een beetje anders in zitten qua urgentie. Ik maak me ook zorgen in het kader van het verslechteringsverbod. Zonder dat er gedwongen uitgekocht kan worden, kun je de achteruitgang in de heel kwetsbare gebieden echt niet voorkomen.
Minister Schouten:
Er was ook de vraag: waarom die vrijwilligheid? De heer Van Rooijen vroeg daar ook naar. Als je die ervan af haalt, kun je dan sneller meters maken? De ervaring is dat als er gedwongen uitgekocht wordt het vaak langer gaat duren en duurder wordt. Partijen zeggen dan: ga maar eens bewijzen waarom ik hier weg moet. Dat kan jaren duren. Dan denk ik dat we gewoon moeten proberen om eerst dat goede gesprek te voeren met die mensen. Het gaat om mensen die daar gewoon legaal zitten; laten we daar ook duidelijk over zijn. Soms doen we weleens alsof piekbelasters iets heel erg fout doen, maar ze hebben daar gewoon een vergunning voor. Ze mogen dat doen. Maar dat kan op een andere plek misschien op een betere manier, zeker als je ziet welke opgave we voor de natuur hebben. Als je gelijk begint met "verplicht" en "zo snel mogelijk", gaan heel vaak de luiken dicht. Het lijkt mij dus ook gewoon een slimme manier van werken als we het op deze manier doen.
De voorzitter:
Mevrouw Kluit, derde vraag.
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
Deze redenatie snap ik ook. Het hoeft van mij niet meteen op tafel, maar tegelijkertijd is het een instrument dat kan helpen om bedrijven de tweede tranche in te krijgen en een zetje te geven. Mijn vraag is niet zozeer of het verplicht wordt of niet, maar om te prioriteren in de gebieden die het het hardst nodig hebben. Zo kunnen we voorkomen dat we verslechteren.
Minister Schouten:
Nogmaals, ik zie dat de provincies die daar nu het actiefst mee bezig zijn, ook de provincies zijn waar de gebieden er relatief niet zo goed voorstaan. Ik denk dus dat dit in de praktijk ook wel op die manier werkt. Maar ik zal u op de hoogte houden van de ontwikkelingen daarin, zodat u daar zelf ook kennis van kunt nemen.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2020/2021, nr. 27, item 10
-
9 mei 2023
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
14 april 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
7 februari 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
20 januari 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
7 juni 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
24 mei 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 januari 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Natuur en Stikstof -
10 januari 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
23 november 2021
nieuwe deadline: 1 januari 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
3 november 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 maart 2021
toezegging gedaan
Toezegging Ondersteunen samenwerkingsinitiatief van organisaties voor aanpak stikstofproblematiek en daarover in gesprek te gaan (35.600) (T03111)
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks), toe het samenwerkingsinitiatief van verschillende organisaties, zoals LTO, Bouwend Nederland, VNO-NCW en natuur- en milieuorganisaties, gericht op een integrale aanpak van stikstofproblematiek, te ondersteunen en met hen in gesprek te gaan om te kijken wat zij nodig hebben.
Nummer | T03111 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 2 maart 2021 |
Deadline | 1 juli 2021 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister voor Natuur en Stikstof |
Kamerleden | drs. S.M. Kluit (GroenLinks-PvdA) |
Commissie | commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | stikstofproblematiek |
Kamerstukken | Stikstofreductie en natuurverbetering (35.600) |
Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 3, blz. 3.
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
Mijn fractie constateert dus dat dat beleid na 2028 tekortschiet en dat daar een breed perspectief nodig is. Mijn fractie ziet ook dat de maatschappij hier niet stil zit. Er zijn voorzichtige stappen tussen verschillende belanghebbenden die heel graag samen willen nadenken over een robuuste aanpak voor de lange termijn. Dan heb ik het over Bouwend Nederland, VNO-NCW, de natuur- en milieuorganisaties, Natuurmonumenten en ook LTO Nederland. De fractie van GroenLinks hoort van betreffende partijen dat ze hierbij graag de steun van de minister hebben. Mijn vraag is of de minister dit proces wil faciliteren, zodat er nog voor de zomer een richtinggevend akkoord kan komen waar het komend kabinet mee aan de slag gaat.
Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 45.
Minister Schouten:
(…)
Ik heb nog twee andere vragen. De eerste is van mevrouw Kluit. Zij had een hele specifieke vraag over een samenwerkingsinitiatief — zo noem ik het maar even — van VNO, LTO, Natuurmonumenten, MKB Nederland en nog veel andere partijen — Bouwend Nederland zat er ook bij — om te kijken hoe ze met elkaar een integrale aanpak van de stikstofproblematiek kunnen vormgeven. Ik vind het heel mooi dat die partijen met elkaar de handschoen oppakken, want ik denk dat dat de winst is van dit plan. Het is belangrijk dat er breed draagvlak en daarmee ook eigenaarschap is bij het uitwerken van de stikstofaanpak. Ik zou dat graag willen ondersteunen. Ik ben ook graag bereid om met ze in gesprek te gaan om te kijken wat ze nodig hebben. Dus hierbij de toezegging.
Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 46.
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
Niet alleen namens GroenLinks, maar ook namens de VVD, het CDA, de PvdA en de SP dank ik de minister voor de toezegging om met de maatschappelijke partijen te gaan praten en ze te ondersteunen en te faciliteren bij de route die zij zelf willen gaan om oplossingen te vinden voor de stikstofproblematiek. Voor sommige partijen is het spannend. Die zullen hulp nodig hebben om aan tafel te blijven. Maar ik heb er wel vertrouwen in dat de minister zich daarvoor gaat inzetten.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2020/2021, nr. 27, item 10
-
behandeling Verslag EK 2020/2021, nr. 27, item 3
-
7 juni 2022
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
24 mei 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 januari 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Natuur en Stikstof -
10 januari 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
23 november 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
3 november 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 maart 2021
toezegging gedaan
Toezegging De Kamer na de zomer informeren over afrekenbare stoffenbalans (35.600) (T03115)
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Kluit (GroenLinks) en Pijlman (D66), toe de Kamer na de zomer te informeren over de ontwikkeling van een afrekenbare stoffenbalans en zal daarbij ook aangeven, als het wordt ingevoerd, wanneer het eventueel zou kunnen draaien en of er in Europa nog goede voorbeelden hiervan zijn.
Nummer | T03115 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 2 maart 2021 |
Deadline | 1 januari 2022 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister voor Natuur en Stikstof |
Kamerleden | drs. S.M. Kluit (GroenLinks-PvdA) Drs. H.J. Pijlman (D66) |
Commissie | commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | afrekenbare stoffenbalans stikstofproblematiek |
Kamerstukken | Stikstofreductie en natuurverbetering (35.600) |
Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 17-19.
Minister Schouten:
(…)
Mevrouw Kluit vroeg heel specifiek naar de norm voor stikstofbinding op percelen en of ik die wil opnemen in de Omgevingswet. We hebben nu regelgeving op nationaal niveau, waarin bijvoorbeeld de stikstofbinding op percelen onderdeel is van de mestwetgeving. Daar kijk je ook naar wat de stikstofbinding daar is en hoe je daarop maatregelen zou kunnen nemen, bijvoorbeeld voor hoe je uitspoeling beperkt et cetera. De afrekenbare stoffenbalans op bedrijfsniveau kan mogelijk op termijn een bedrijf een doel geven. Die wens is er, ook bij mij, zeg ik maar vast, maar we zijn daar gewoon nog niet. Dus dat is ook nog echt iets wat in ontwikkeling is. We zijn aan het kijken hoe we dat kunnen gaan vormgeven, want dat moet je natuurlijk wel goed kunnen borgen. We zijn dat nu aan het verkennen, ook hoe we dat eventueel zouden kunnen opzetten. Als je dat verder uitwerkt, kun je ook natuurlijk gaan kijken welke normen je daar weer aan zou willen gaan hangen. Om dan nu al een norm in de Omgevingswet te zetten op perceelniveau; dat kan eigenlijk helemaal niet berekend worden. Dat zou ook zwaar ingewikkeld worden voor die boeren, want die denken: hoe moet ik bewijzen of hoe laat ik zien wat ik aan het doen ben?
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
Ik hoor bij de minister wel een positieve grondhouding om het uit te werken en te kijken of het ontwikkeld kan worden.
Minister Schouten:
De Afrekenbare Stoffenbalans zeker, want die zat natuurlijk ook in het rapport van de commissie-Remkes. Die zei: probeer op die manier te kijken wat erin gaat, wat eruit gaat, en het verlies ga je belasten of, nou ja, daar kun je van alles mee doen. Wat het vervolgens betekent, hoe je dat vastlegt in de normering, vind ik echt een discussie die je moet voeren op het moment dat je dat op orde hebt. Ik vind het te vroeg om daar nu al conclusies aan te verbinden, voordat we dat goed kunnen vaststellen met elkaar.
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
Welke termijn denkt de minister dat hiervoor nodig is?
Minister Schouten:
We zijn nu met de verkenning bezig naar hoe je zo’n afrekenbare stoffenbalans zou kunnen vormgeven. Ik verwacht daar na de zomer meer over te kunnen zeggen. Dat wil nog niet zeggen dat die dan ook echt draait. Dus nogmaals, daarvan moeten we echt helemaal goed weten of het werkt en of het loopt.
(…)
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
Op zich kan ik daarmee leven. Ik zou het wel fijn vinden als de minister bij de uitwerking steeds de stap wil meenemen van de mineralenbalans op het bedrijf zelf versus de ruimtelijke instrumenten die je daarachter mee zou kunnen nemen. Want dat was de oorspronkelijke vraag: kun je als gemeente, provincie of waterschap eisen stellen aan de stikstofbinding door middel van bijvoorbeeld beplanting?
Minister Schouten:
Maar dat is echt een nationale competentie op het moment. Wij hebben nationale mestwetgeving. We hebben ook nationale wetgeving over … In het actieprogramma Nitraatrichtlijn leggen wij vast welke maatregelen wij nemen op landelijk niveau om te zorgen dat bijvoorbeeld stikstof gebonden wordt. Als elke gemeente of provincie daar nu nog weer eigen regels aan gaat plakken, wordt het wel heel onoverzichtelijk voor de boer. Daar wil ik ook nog wel even voor waarschuwen.
(…)
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
Dat klopt, maar dat is ook waar we voor gekozen hebben met de Omgevingswet: dat de gemeentes dat kunnen. Maar het zou ook een oplossing kunnen zijn om juist rondom die kwetsbare natuurgebieden extra stappen te zetten, waardoor er meer kan.
Minister Schouten:
Ik ben het eens met mevrouw Kluit dat wij ook moeten kijken hoe je bijvoorbeeld de ecoregelingen — maar dan kom ik echt in het GLB terecht, het gemeenschappelijk landbouwbeleid, daar komen ecoregelingen in voor — zou kunnen inzetten om hier de goede stappen te zetten in het kader van stikstof. Dat kan inderdaad door bepaalde gewassen te telen die stikstof binden. Je kan daarvoor ook nog allemaal andere opties verzinnen. Maar als gemeenten en provincies hier ook nog een extra stap op zetten, maakt dat het voor een boer wel tamelijk complex, denk ik, om te weten wat nou de regelgeving is. Je hebt dan landelijke regelgeving en dan moet hij ook nog eens provinciaal of lokaal eraan gaan voldoen. Dat vereist dus wel een discussie op zich, laat ik het zo maar zeggen.
De heer Pijlman (D66):
Begrijp ik de minister goed? Zij zegt dat ze in het najaar op de afrekenbarestoffenbalans terugkomt, maar dat het voornemen is om hem in te voeren. Vervolgens heeft zij terecht gewezen op mogelijke fraudegevoeligheid. Daarom werd het systeem door Europa afgewezen. Maar is het haar stellige voornemen om dit te gaan invoeren?
Minister Schouten:
Ik geloof inderdaad dat wij toe moeten naar een situatie waarin we veel meer op bedrijfsniveau kunnen afrekenen, want dan kun je ook laten zien wie het goed en minder goed doen. Dan kun je degenen die het goed doen meer belonen en degenen die het minder goed doen extra aansporen om nog een stapje erbij te zetten. Dat is nu best ingewikkeld, want we hebben generiek beleid. Dat is dus mijn streven. Dat wil ik heel goed kunnen doen, zodat we niet nog een keertje nat gaan op dit punt.
De heer Pijlman (D66):
Zijn daar internationale ervaringen mee die we kunnen delen en die Europa verder kunnen interesseren? Want ik kan mij voorstellen dat iedereen met hetzelfde worstelt. En toch nog ook … Mevrouw Kluit vroeg ernaar en wij houden u er niet aan, maar wanneer denkt u, als het een beetje meezit, dat zo'n systeem werkzaam kan zijn?
Minister Schouten:
Ik wil heel graag toezeggen dat we het bij wijze van spreken zo snel mogelijk hebben draaien, maar dat vind ik echt riskant. Ik informeer u na de zomer over waar we staan. Mag ik dan voorstellen dat ik meteen de vraag meeneem: als je dit zou doen, wanneer zou het dan eventueel kunnen draaien en hebben wij in Europa nog goede voorbeelden? Ik weet dat de problematiek breder speelt in Europa, niet zozeer op stikstof maar iets meer op nitraat en dat soort zaken. Dan wil ik kijken of er in vergelijkbare situaties nog andere systemen zijn die mogelijk ook soelaas kunnen bieden.
De voorzitter: Meneer Pijlman, derde.
De heer Pijlman (D66): Dank u wel.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2020/2021, nr. 27, item 10
-
10 mei 2022
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
21 april 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
brief van de minister van LNV over verkenning naar mogelijkheden Afrekenbare Stoffenbalans (ASB)
Voor kennisgeving aangenomen op 10 mei 2022
EK 35.600 / 35.334, AE
-
-
10 januari 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Natuur en Stikstof -
10 januari 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
23 november 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
3 november 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 maart 2021
toezegging gedaan
Toezegging AERIUS-systeem uiterlijk oktober 2021 bijwerken en tot die tijd extra ruchtbaarheid geven aan een check voor de meest recente gegevens bij vergunningaanvragen (35.600) (T03118)
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Klip-Martin (VVD), Prins (CDA) en Schalk (SGP), toe dat er in oktober 2021 een nieuwe release van het AERIUS-systeem zal worden uitgebracht en dat zij voor die tijd met de provincies zal overleggen om ervoor te zorgen dat zij er ruchtbaarheid aan geven bij andere bevoegde gezagen dat er een extra check wordt gedaan, zodat de meest recente gegevens worden gebruikt bij de vergunningaanvragen.
Nummer | T03118 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 2 maart 2021 |
Deadline | 1 juli 2022 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister voor Natuur en Stikstof |
Kamerleden | drs. T. Klip-Martin (VVD) G. Prins (CDA) P. Schalk (SGP) |
Commissie | commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | AERIUS stikstofproblematiek |
Kamerstukken | Stikstofreductie en natuurverbetering (35.600) |
Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 3, blz. 27.
Mevrouw Prins (CDA):
(…)
In de beantwoording heeft de minister aangegeven dat het AERIUS-systeem in het najaar geschoond zal worden. De CDA-fractie ziet graag dat het AERIUS-systeem reeds voor de inwerkingtreding van deze wet geschoond is, dus zonder de leefgebieden en de andere gebieden die te klein zijn voor opname in de Natura 2000-gebieden. Kan de minister dit toezeggen?
Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 29.
De heer Schalk (SGP):
(..) Dat was de eerste vraag. De tweede gaat over het stukje dat ze nu heeft aangegeven. Sommige gebieden zijn nog niet goed aangegeven. Als je dan een vergunning wilt vragen, kan je bij het bevoegd gezag proberen aan te kaarten dat het verkeerd in het systeem staat. Maar dan heb je dus zelf wel een behoorlijke extra opgave, want dan moet jij, als burger, betere informatie hebben dan het bevoegd gezag op dat moment.
Minister Schouten:
(…)
Dan het tweede punt. Ik snap wat de heer Schalk zegt: je moet wel erg bijdehand zijn. Ik zal zorgen dat we daar meer ruchtbaarheid aan geven. Het gaat er niet om dat je zelf moet weten of de kaart aangepast moet worden, maar je kan gewoon de vraag stellen aan het bevoegd gezag: is dit een actuele kaart? Als het bevoegd gezag zegt "nee, het kan zijn dat die binnenkort wordt aangepast", kan je vragen om daar rekening mee te houden bij de vergunningaanvraag. Dus de extra check die je zelf moet doen, is de vraag stellen aan het bevoegd gezag: is dit een actuele kaart? Op het moment dat je al AERIUS in gaat, dan zijn het vaak wel de mensen die er verstand hebben die je daarbij helpen en weten wat er speelt.
De heer Schalk (SGP):
We hebben nogal veel bevoegde gezagen. Die kunnen allemaal op een andere manier gaan antwoorden. Krijg je dan geen rechtsongelijkheid?
Minister Schouten:
In ieder geval zijn de provincies degenen die de kaarten moeten aanpassen. Ik zal ook met de provincies overleggen om te zorgen dat zij er ruchtbaarheid aan geven bij andere bevoegde gezagen dat die check moet worden gedaan. Ik snap de vraag heel goed, maar ik wil echt even het maatwerk leveren, zonder dat ik nu in de problemen kom met de release van AERIUS, want dat wil ik ook niet fout laten gaan.
De voorzitter:
De heer Schalk, tot slot.
De heer Schalk (SGP):
Dat is een duidelijke toezegging, volgens mij. Dank u wel.
De voorzitter:
Voor de Handelingen.
Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 50.
De heer Schalk (SGP):
(…)
Ten aanzien van de zoekgebieden heeft de minister toegezegd dat de provincies zullen reageren op vergunningaanvragen op basis van de werkelijkheid, ook als de AERIUS-kaarten nog niet op orde zijn.
Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 8.
Mevrouw Klip-Martin (VVD):
(…)
Voorzitter. Ik moet even als toevoeging zeggen dat ik net, voordat we weer begonnen, nog een appje kreeg dat er veel hexagonen zijn die wel tellen in dit AERIUS-systeem, maar die volledig buiten de Natura 2000-gebieden vallen. Hoe gaat de minister bewerkstelligen dat die twee werelden dichter bij elkaar worden gebracht? Er wordt een kennisprogramma opgezet om tot een verbeterd meet- en rekensysteeminstrumentarium te komen. Dat is mooi. Maar wat het AERIUS-systeem betreft, is hier echt wel sprake van bloedspoed. Hoe gaat de minister bewerkstelligen dat bij het toegezegde verbeteren van AERIUS wel het allerhoogst mogelijke tempo wordt ingezet? Ik zou daar graag een toezegging van de minister over horen.
Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 28-29.
Minister Schouten:
(…)
De heer Schalk vraagt ook naar de zoekgebieden. Dat is een vraag die door veel partijen is gesteld, hoe het nou zit met die zoekgebieden in het AERIUS-model. Ik vind het relevant om daar goed op in te gaan. Ik zei net al tegen mevrouw Faber dat er tot 2017 eigenlijk te weinig Natura 2000-gebied in kaart is gebracht, dus ook in de systemen gezet, zodat je daar met je vergunningverlening goed op kon acteren. Daarna is een soort van voorzorgsbeginsel gehanteerd.
Daar waar het nog niet helemaal zeker was of een gebied stikstofgevoelig was, is het eigenlijk als een soort zekerheid in het AERIUS-model opgenomen. Dat zijn we nu allemaal aan het preciseren, want we willen niet dat daar een te grote buffer zit, hoe logisch dat ook is uit een soort voorzorgsprincipe. Je wilt dit zo nauwkeurig mogelijk in beeld hebben.
De vraag bij verschillende partijen hier is nu: kun je nu niet heel snel dat AERIUS-systeem exact laten samenvallen met de kaarten waarop is aangegeven waar die stikstofgevoelige gebieden zijn? Daar zijn we mee bezig, en ik zou dat liever vandaag dan morgen gerealiseerd hebben. Ik heb daar alleen ook nog informatie van de provincies voor nodig en die heb ik nog niet allemaal. Ik wil dit wel in één keer goed doen. Want als ik het weer allemaal hapsnap ga doen, neemt het risico op fouten weer toe. Dan krijg je ook weer allerlei discussies, wat de onzekerheid doet toenemen. Ik wil dit dus gewoon in één keer goed doen. Er staat een nieuwe release, zoals wij dat noemen, van AERIUS gepland in oktober. Nu hoor ik u zomaar zeggen: dat duurt te lang. Dat snap ik ook. Want als je gewoon een vergunning wil aanvragen, dan wil je gewoon eigenlijk nu weten wat de situatie is zodat je daar goed mee kunt omgaan.
Daarom zou ik het volgende willen voorstellen en toezeggen. Ik heb al gekeken of de release van AERIUS eerder kan, maar dan wordt het risico op fouten echt groter. Dat wil ik voorkomen, want van heen en weer aanpassen wordt niemand beter. Ik kan me wel voorstellen dat als iemand nu een vergunning aanvraagt en dat in AERIUS moet laten zien, maar twijfels heeft of die kaart up to date is, hij dat bij zijn bevoegd gezag kan aangeven en zal vragen: wordt die kaart nu snel aangepast — want daar hebben we de gegevens over — en wat betekent dat voor de vergunningverlening? Dan kunnen we op dat moment dat maatwerk leveren, zodat we in dat geval, voor die vergunning, kunnen rekenen met de goede situatie. Dan heb ik het nog niet helemaal in het model doorgevoerd, maar wordt er in de werkelijkheid wel op die manier mee gewerkt. Daarmee voorkom ik dat ik nu heel snel allerlei aanpassingen doe en het misschien straks weer moet gaan corrigeren, omdat het toch nog niet helemaal volledig is, en wordt in de praktijk wel met het juiste kader gewerkt. Ik hoop dat u begrijpt wat ik bedoel.
Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 54.
Mevrouw Klip-Martin (VVD):
(…)
De VVD-fractie is blij met uw toezegging over het AERIUS-systeem, het opschonen. Wij begrijpen dat dat tempo niet hoger kan, maar dat de nieuwe versie in oktober klaarligt en dat papier en werkelijkheid dan overeen gaan komen. Dat is niet alleen belangrijk omdat zaken natuurlijk gewoon moeten kloppen als je dit soort systemen gebruikt, maar ook omdat dit de enige manier is om draagvlak voor de maatregelen te krijgen.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2020/2021, nr. 27, item 10
-
behandeling Verslag EK 2020/2021, nr. 27, item 3
-
7 februari 2023
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
20 januari 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 januari 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Natuur en Stikstof -
10 januari 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
23 november 2021
nieuwe deadline: 1 juli 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
3 november 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 maart 2021
toezegging gedaan
Toezegging Informeren over uitkomsten pilot eiwitarm veevoer (35.600) (T03119)
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koffeman (Partij voor de Dieren), toe informatie te sturen over de monitoring van veevoerpilots met praktijkbedrijven voor de verdere verlaging van het ruweiwitgehalte, zodra dit beschikbaar is.
Nummer | T03119 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 2 maart 2021 |
Deadline | 1 januari 2026 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Hoofdverantwoordelijke) Minister voor Natuur en Stikstof |
Kamerleden | drs. N.K. Koffeman (PvdD) |
Commissie | commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | stikstofproblematiek veevoer |
Kamerstukken | Stikstofreductie en natuurverbetering (35.600) |
Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 34-35.
Minister Schouten:
(…)
Dan zou ik nog terugkomen op de vraag van de heer Koffeman over de diergezondheid bij de veevoermaatregelen. Ik ben met de landbouwpartijen in gesprek over de veevoermaatregel. Een onderdeel daarvan is dat we veevoerpilots met praktijkbedrijven uitvoeren voor de verdere verlaging van het ruweiwitgehalte. Die pilots staan onder strikte wetenschappelijke begeleiding. Ook de KNMvD zal daarbij worden betrokken. De dierenartsen zijn daar dus ook bij. Die zullen dat ook monitoren om te kijken wat het met de diergezondheid doet.
De heer Koffeman (PvdD):
Ik was specifiek benieuwd naar de aanpassing van het voer van de dieren en wat daar de gezondheidseffecten van zouden zijn. Is daar onderzoek naar gedaan? Wilt u dat onderzoek delen met de Kamer?
Minister Schouten:
Ik dacht dat het echt om de stalsystemen ging. Excuses dat ik dat niet goed heb begrepen. Er is onderzoek gedaan naar hoe dat bij het voer zou kunnen. Mag ik daar in de tweede termijn even op terugkomen? Dan weet ik wat daar specifiek verantwoord is. Dank u wel.
Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 45.
Minister Schouten:
(…) Dan zou ik nog terugkomen op de vraag van de heer Koffeman over de diergezondheid bij de veevoermaatregelen. Ik ben met de landbouwpartijen in gesprek over de veevoermaatregel. Een onderdeel daarvan is dat we veevoerpilots met praktijkbedrijven uitvoeren voor de verdere verlaging van het ruweiwitgehalte. Die pilots staan onder strikte wetenschappelijke begeleiding. Ook de KNMvD zal daarbij worden betrokken. De dierenartsen zijn daar dus ook bij. Die zullen dat ook monitoren om te kijken wat het met de diergezondheid doe
De heer Koffeman (PvdD):
Begrijp ik daaruit dat er een nauwkeurige begeleiding van het project komt, maar dat er voorafgaand aan het project dus geen wetenschappelijk onderzoek gedaan is? Dus we gaan de koeien minder eiwitrijk voer geven en weten niet wat de gezondheidseffecten zijn?
Minister Schouten:
Nee, dat is niet zo. Deze veevoermaatregel ziet er alleen net wat anders uit dan bijvoorbeeld die van vorig jaar. Die was scherper. We hebben nu wat meer vrijheidsgraden die we in kunnen zetten. Vorig jaar was dat beperkt, omdat het in dat jaar per se handhaafbaar en uitvoerbaar moest zijn. Dat beperkte ons nogal. We hebben ook gekeken wat dat doet met de diergezondheid. Daarin waren ook verschillende inzichten. Uiteindelijk bracht dat onvoldoende op om de maatregel door te voeren. Daarom hebben we gezegd: we kijken nu juist heel goed wat de maatregel die we nu aan het opstellen zijn in de praktijk doet. Het maakt namelijk nogal uit hoe je die maatregel vormgeeft. Dat bepaalt uiteindelijk ook het effect op de diergezondheid. Laat ik een ding vooropstellen: de diergezondheid mag hier gewoon niet onder lijden.
De heer Koffeman (PvdD):
Dat is toch het verleggen van de vraag? Want als er een jaar geleden ook al onderzoek gedaan is en er proeven gedaan zijn met eiwitarm voer op een nog scherpere wijze dan nu het geval is, dan is daar dus kennelijk geen voorafgaand wetenschappelijk onderzoek naar gedaan. Kan de minister het wetenschappelijk onderzoek wat wel gedaan is, en de resultaten daarvan, met de Kamer delen?
Minister Schouten:
Het onderzoek gaat plaatsvinden op het moment dat we die pilots uitzetten, omdat het heel erg afhankelijk is van hoe je die maatregel vormgeeft. Die verschilt dus van de maatregel van vorig jaar. Daarmee zijn die maatregelen dus ook niet helemaal vergelijkbaar. Je moet wel de wetenschappelijke inzichten geven in wat je wil gaan doen. Dat lijkt me wel het meest zinvol.
De voorzitter:
Meneer Koffeman, derde.
De heer Koffeman (PvdD):
Maar dan ben ik toch heel benieuwd naar de resultaten van de proef van vorig jaar. Wil de minister die met de Kamer delen, want dan kunnen we op basis daarvan kijken naar de pilot van nu?
Minister Schouten:
Vorig jaar is er geen proef geweest, omdat ik de maatregelen uiteindelijk niet ingevoerd heb. Dat weet de heer Koffeman misschien nog. Toen op enig moment bleek dat het stikstofgehalte in het ruwvoer zo hoog was vanwege de droge zomer, heb ik aangegeven dat de winst daarmee echt gewoon helemaal niet te behalen was. Of sorry, het was zo laag door de droge zomer. De boeren moesten wel bijvoeren, omdat ze anders dus wel problemen zouden krijgen met de diergezondheid. Daarbij verdampte de winst. Uiteindelijk is dat dus nooit ingevoerd. Wat we nu doen, is een andere maatregel. Ik ga nu met de pilot monitoren hoe dat gaat en waar je dat moet doen. Als ik daar meer informatie over heb, zal ik u daarover informeren. Maar het heeft geen zin om het te vergelijken met vorig jaar, want dat was een heel andere regeling.
De heer Koffeman (PvdD):
Ja, heel graag.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2020/2021, nr. 27, item 10
-
4 juni 2024
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
27 mei 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
verslag van een schriftelijk overleg met de minister van LNV over toezegging tussenrapportage Koe en Eiwit 2023 (T03119)
Op 4 juni 2024 voor kennisgeving aangenomen.
EK, AJ
-
-
23 april 2024
nieuwe deadline: 1 januari 2026
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
5 april 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
16 januari 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
27 december 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister van LNV over de uitkomsten van de praktijkpilot eiwitarm veevoer (pilot Koe en Eiwit)
Op 16 januari 2024 voor kennisgeving aangenomen.
EK, AH
-
-
21 november 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
14 november 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
verslag van een schriftelijk overleg met de ministers van LNV en voor N&S over het halfjaarlijks rappel toezeggingen LNV en N&S
Door de commissie voor IWO op 28 november 2023 voor kennisgeving aangenomen.
EK, A
-
-
7 november 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
31 oktober 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
27 juni 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
13 juni 2023
nieuwe commissie: commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) -
23 mei 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
17 mei 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 januari 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Natuur en Stikstof -
23 november 2021
nieuwe deadline: 1 januari 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
3 november 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 maart 2021
toezegging gedaan