Toezegging Het volgen van ontwikkelingen betreffende landbouwkundig onderzoek na het overgangsjaar (33.910) (T02100)
De Minister van Economische Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Schaap (VVD), Koning (PvdA) & Terpstra (CDA), toe dat de ontwikkelingen op het gebied van landbouwkundig onderzoek na het overgangsjaar 2015 goed gevolgd blijven worden, gelet op het belang van dergelijk onderzoek.
Nummer | T02100 |
---|---|
Status | openstaand |
Datum toezegging | 9 december 2014 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Economische Zaken (2012-2017) Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur |
Kamerleden | Drs.ir. A.L. Koning (PvdA) prof. dr. ing. S. Schaap (VVD) drs. G.H. Terpstra (CDA) |
Commissie | commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | legisprudentie |
Onderwerpen | bedrijfsleven Landbouwkundig onderzoek ontwikkelingen |
Kamerstukken | Wet opheffing bedrijfslichamen (33.910) |
Handelingen I 2014-2015, nr. 11, item 3, blz. 2-10
De heer Terpstra (CDA):
Het topsectorenbeleid voor de sector wordt tot nu toe betaald door de ondernemingen zelf, maar ook voor een groot deel door de PBO-organen. Wij hebben begrepen dat bij veel projecten de overheid de helft betaalt en de PBO-organen de andere helft. Bij het wegvallen van de PBO-bijdrage vervalt ook de bijdrage van het Rijk. De antwoorden van de regering hebben ons voor een deel gerustgesteld, met name de zin in de memorie van antwoord dat de minister soepel zal omgaan met de eis van private financiering in de overgangsperiode. Voor deze voor onze positie in de wereld als tweede exporteur zeer belangrijke innovatieve centra zouden we toch iets meer zekerheid willen horen. Kan de minister garanderen dat de opheffing van de PBO als zodanig niet schadelijk zal uitwerken op ons innovatief vermogen?
(...)
De heer Schaap (VVD):
(...)
Een ander punt is het toegepast wetenschappelijk onderzoek. Dit loopt een groot risico vanwege de wegvallende heffingen door de productschappen. Ik wijs op de sombere voorspelling van een krimpend bestand aan onderzoekers in Wageningen. Zonder deze diepte-investeringen in de agrarische sector zal onze sterke positie op mondiaal niveau zeker risico lopen. Afgewacht moet nog maar worden of de ministeriële regeling hiervoor compensatie gaat bieden. Aangezien het Rijk verantwoordelijk is voor deze dreigende kaalslag, dringt zich de vraag op of het Rijk zich niet moet inspannen om dit gat enigszins te dichten met rijksbijdragen. Ik verneem graag de opvatting van de minister hierover.
(...)
Mevrouw Koning (PvdA):
(...)
De Partij van de Arbeid had het beter gevonden als de activiteiten, gericht op onderzoek, waarover wij het net ook al hadden in een interruptiedebatje met de PVV-fractie, aan de opsomming van taken met publiek belang waren toegevoegd. Dat is de reden waarom wij in deze Kamer op verschillende momenten aandacht hebben gevraagd voor het onderzoek dat voorheen vanuit de schappen werd geïnitieerd. Het kabinet heeft in die eerdere reacties al op diverse manieren aangegeven dat het belang van onderzoek zeker gezien en erkend wordt. Er is bijvoorbeeld aangegeven dat nieuw op te richten organisaties in het kader van iGMO, die vragen om een algemeenverbindendverklaring ten behoeve van onderzoek, op een positieve reactie kunnen vertrouwen. Ik zou graag zien dat dit door het kabinet nog een keer wordt bevestigd, maar tot op heden zijn wij erg blij met die toezegging.
In de nadere inbreng stelden we vragen over de financiering van onderzoek in relatie tot de topsectoren. Ook daarover hebben anderen al wat gezegd. In de nadere memorie van antwoord is aangegeven dat de regering in 2015 in voorkomende gevallen soepel zal omgaan met de minimale private bijdrage aan onderzoek dat gefinancierd wordt door topsectoren. Ook daarvoor veel dank. Kunnen de bewindslieden aangeven hoe de overheid borgt dat na 1 januari 2015 het agrarisch onderzoek kan blijven bijdragen aan de sector? Vertrouwt zij erop dat in de toekomstige situatie het onderzoek voldoende geborgd is, zoals al eerder is gevraagd door andere sprekers.
Ik gaf het net al aan: de fractie van de Partij van de Arbeid had het passend gevonden als de onderzoeksactiviteiten van PBO's van publiek belang waren verklaard, maar wij zien nogmaals dat de bewindslieden veel belang hechten aan het onderzoek en we waarderen hun bereidheid om daarin het nodige te doen. Wij wachten natuurlijk nog even de antwoorden af, maar wij zijn zelf ook mans genoeg om het onderwerp weer ter sprake te brengen als we denken dat dit nodig is.
Handelingen I 2014-2015, nr. 12, item 3, blz. 10
Minister Kamp:
(...)
De heer Schaap vroeg of het Rijk bijdragen moet geven aan onderzoek. Ook mevrouw Koning vroeg aandacht voor het agrarisch onderzoek. De heer Terpstra vroeg of ik kan garanderen dat de opheffing van de PBO als zodanig niet schadelijk zal zijn voor het innovatief vermogen. Ik ben met de woordvoerders van mening dat de internationaal vooraanstaande positie van de Nederlandse agrarische sector mede te danken is aan het landbouwkundig onderzoek en de wijze waarop de onderzoeksresultaten door de bedrijven in de praktijk zijn toegepast. Dat onderzoek wordt mede inhoudelijk richting gegeven in de topsectoren Agri & food en Tuinbouw en uitgangsmaterialen. Ik ga ervan uit dat het bedrijfsleven in de nieuwe situatie met de invoering van die ministeriële regeling, producenten en brancheorganisaties en met mijn bereidheid om voor dit soort zaken over te gaan tot algemeenverbindendverklaring, voldoende mogelijkheden krijgt om zijn bijdrage aan de financiering van het landbouwkundig onderzoek op peil te houden. In ieder geval zal ik ook voor het overgangsjaar 2015 zorgen dat de overheidsbijdrage die er anders zou zijn gekomen, er ook dan zal zijn. Als het bedrijfsleven ook in de nieuwe situatie zijn ding doet, moet de overgang naar de nieuwe situatie ook wat dit betreft goed kunnen verlopen. Ik zal de ontwikkelingen op dit punt nauwlettend in de gaten houden. Ik deel het belang van het landbouwkundig onderzoek zoals verwoord door de woordvoerders. Ik zal zeker de ontwikkelingen na dat overgangsjaar goed blijven volgen. Uiteindelijk moet dit overeind blijven vanwege het belang van dat onderzoek.
Brondocumenten
-
behandeling Verslag EK 2014/2015, nr. 11, item 3
-
2 juli 2024
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
2 juli 2024
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
13 juni 2023
nieuwe commissie: commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) -
13 juni 2023
commissie vervallen: commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) -
7 november 2017
nieuwe commissie: commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) -
7 november 2017
commissie vervallen: commissie voor Economische Zaken (EZ) -
26 oktober 2017
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
26 oktober 2017
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Economische Zaken (2012-2017) -
12 september 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
9 december 2014
toezegging gedaan
Toezegging Jaarlijkse rapportage over de stand van zaken van de boetes en naleving bij mestfraude (33.037) (T02487)
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag en opmerking van de leden Meijer (SP) en Vos (GroenLinks), toe om de Kamer jaarlijks op de hoogte te houden van de stand van zaken van de boetes en naleving bij mestfraude.
Nummer | T02487 |
---|---|
Status | openstaand |
Datum toezegging | 21 november 2017 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur |
Kamerleden | M.P. Meijer (SP) Ir. M.B. Vos (GroenLinks) |
Commissie | commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | legisprudentie |
Onderwerpen | boetes mestfraude |
Kamerstukken | Mestbeleid (33.037) |
Handelingen I 2017-2018, nr. 8, item 5 - blz. 8
Mevrouw Meijer (SP):
Volgens mij verknoopt de minister zich hier toch een beetje. Want zij zegt: de sector moet het nu zelf gaan oplossen. Volgens mij erkent ze hiermee ook de zwakte van de regering zelf. We hebben onvoldoende capaciteit, onvoldoende handhaving in huis om het allemaal te organiseren. Tegelijkertijd zien we dat het ten koste gaat van de waterkwaliteit, de bodemkwaliteit, de luchtkwaliteit en de gezondheid. Dus ik zou toch een appel willen doen op de minister om het nou juist wel zelf aan te gaan pakken. Verder zegt zij: ik wil u natuurlijk graag laten weten wat het plan van de sector is. Kan ze ons dan ook toezeggen dat wij regelmatig op de hoogte gehouden worden van de stand van zaken?
Minister Schouten:
Zoals ik net al heb aangegeven, hebben we heel recente cijfers over de boetes. Die kunnen we u meteen doen toekomen. We hebben het rapport van de NVWA, waarin de naleving stond, meteen naar de Kamer gestuurd. Maar ik ben bereid om toe te zeggen dat wij ook uw Kamer periodiek op de hoogte zullen houden, waarbij ik wel wil benadrukken dat er natuurlijk wel enige tijd in moet zitten om daarvan een goed beeld te krijgen. Ik denk niet dat ik iedere maand hier een overzicht kan gaan sturen. Maar ik wil u als Kamer periodiek op de hoogte houden. Ik ga uit van een keer per jaar om aan te geven hoe de naleving is en wat op dit punt de ontwikkelingen zijn geweest. Dat kan ik aan uw Kamer toezeggen, voorzitter.
Handelingen I 2017-2018, nr. 8, item 5 - blz. 5
Mevrouw Vos (GroenLinks):
Om nu nog te verwachten dat de sector dit zelf kan oplossen, lijkt mij een onmogelijke opdracht. En eerlijk gezegd vind ik dat de sector dat al veel eerder had moeten laten zien, want de signalen dat dit aan de hand was, waren binnen de sector bekend, maar tot nu toe is er geen actie ondernomen. Ik verwacht niets van de nieuwe poging die de minister nu doet. Wat mijn fractie betreft is er maar één reactie mogelijk, namelijk hard optreden, controleren en handhaven, opsporen en vervolgen.
Handelingen I 2017-2018, nr. 8, item 5 - blz. 8
Minister Schouten:
[...]
Voorzitter. Mevrouw Vos vraagt of we niet harder op kunnen treden. Ik denk dat ik daarop net een antwoord heb gegeven. Ik heb ook net aangegeven dat wij de Kamer regelmatig op de hoogte zullen houden door ook de cijfers naar uw Kamer te doen toekomen.
Brondocumenten
-
interpellatie Koffeman (PvdD) over recente berichtgeving inzake mestfraude Verslag EK 2017/2018, nr. 8, item 5
-
2 juli 2024
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
2 juli 2024
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
13 juni 2023
nieuwe commissie: commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) -
13 juni 2023
commissie vervallen: commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) -
23 november 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
3 november 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
21 april 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
21 april 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
6 maart 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
6 maart 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 september 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
3 september 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
16 april 2019
nieuwe deadline: 1 juli 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
9 april 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
21 november 2017
toezegging gedaan
Toezegging Toesturen onderzoeken ten aanzien van fijnstof en ammoniak (35.000 XIV) (T02664)
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Binnema (GroenLinks), toe de onderzoeken ten aanzien van fijnstof en ammoniak aan de Kamer te doen toekomen op het moment dat die er liggen.
Nummer | T02664 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 11 december 2018 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur |
Kamerleden | Dr. H.A. Binnema (GroenLinks) |
Commissie | commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | legisprudentie |
Onderwerpen | ammoniak fijnstof |
Kamerstukken | Begrotingsstaten Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Diergezondheidsfonds 2019 (35.000 XIV) |
Handelingen I 2018-2019, nr. 11, item 11 - blz. 4.
De heer Binnema (GroenLinks):
Begin dit jaar bracht de Gezondheidsraad het advies Gezondheidswinst door schonere lucht uit. Daarin constateerde de raad dat luchtverontreiniging een belangrijke bijdrage levert aan ziekte en sterfte. Alleen al blootstelling aan fijnstof is verantwoordelijk voor zo'n 4% van de ziektelast in Nederland. Na roken behoort luchtverontreiniging daarmee tot een van de belangrijkste risicofactoren, net als overgewicht en weinig lichamelijke activiteit. Een verdere verbetering van de luchtkwaliteit is cruciaal. Dat vereist volgens diezelfde Gezondheidsraad ambitieuze plannen van de overheid, met prioriteit bij het terugdringen van de concentraties fijnstof en stikstofdioxide afkomstig van wegverkeer, waaronder ook landbouwverkeer, en het aanpakken van de uitstoot van ammoniak vanuit de veehouderij. Herkent de minister de urgentie van deze problematiek? Kan zij wat betreft de veehouderij aangeven welke maatregelen zij neemt en in welke mate die maatregelen bijdragen aan de zo noodzakelijke gezondheidswinst?
Handelingen I 2018-2019, nr. 11, item 11 - blz. 6.
Minister Schouten:
Dan heb ik tot slot een aantal vragen van het lid van GroenLinks. Die vraagt naar de urgentie van de fijnstofproblematiek in relatie tot de gezondheidswinst. We hebben een aantal onderzoeken lopen over fijnstof in relatie tot gezondheid, onder andere bij pluimvee en bij geiten. Die onderzoeken lopen voor een deel nog en zijn voor een deel afgerond. Bij pluimvee zien we dat er niet altijd een-op-een een relatie is. Daar wordt dus naar gekeken. We zijn er al mee bezig om die onderzoeken vorm te geven.
Handelingen I 2018-2019, nr. 11, item 11 – blz. 9.
De heer Binnema (GroenLinks):
We zijn zeer geïnteresseerd in de lopende onderzoeken naar de effecten van fijnstof en ammoniak die in de veehouderij aanwezig zijn, in relatie tot de Gezondheidsraad. Zodra er uitkomsten zijn, zien we die graag tegemoet om daarover verder te discussiëren.
Handelingen I 2018-2019, nr. 11, item 11 – blz. 10.
Minister Schouten:
Tegen de heer Binnema kan ik zeggen dat ik uw Kamer de onderzoeken ten aanzien van fijnstof en ammoniak kan doen toekomen op het moment dat die er liggen. Dat zal ik dan ook doen.
Brondocumenten
-
behandeling Verslag EK 2018/2019, nr. 11, item 11
-
18 maart 2025
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
7 maart 2025
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 juli 2024
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
2 juli 2024
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
4 juli 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
26 juni 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister van LNV over deelrapporten onderzoeksprogramma Veehouderij en Gezondheid Omwonenden (VGO) III
Op 4 juli 2023 voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissies voor LNV en VWS.
EK 28.973 / 29.683, N
-
-
13 juni 2023
nieuwe commissie: commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) -
13 juni 2023
commissie vervallen: commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) -
21 maart 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
14 maart 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
21 februari 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
21 juni 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
7 juni 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
30 mei 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
18 januari 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
30 november 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
24 november 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
11 mei 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
30 maart 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
24 maart 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
21 april 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
6 maart 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 september 2019
nieuwe deadline: 1 januari 2020
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
3 september 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
11 december 2018
toezegging gedaan
Toezegging Bij monitoring aandacht besteden aan het onderwerp ‘natuur’ (34.985) (T02999)
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Kluit (GroenLinks), Rietkerk (CDA), Huizinga-Heringa (ChristenUnie), toe dat bij de monitoring van de Omgevingswet het onderwerp ‘natuur’ betrokken zal worden.
Nummer | T02999 |
---|---|
Status | openstaand |
Datum toezegging | 30 juni 2020 |
Deadline | 1 juli 2025 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Minister voor Natuur en Stikstof Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening |
Kamerleden | J.C. Huizinga-Heringa (ChristenUnie) drs. S.M. Kluit (GroenLinks-PvdA) drs. Th.W. Rietkerk (CDA) |
Commissie | commissie voor Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (I&W/VRO) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | evaluatie |
Onderwerpen | Aanvullingswet natuur Omgevingswet monitoring natuur Omgevingswet |
Kamerstukken | Aanvullingswet natuur Omgevingswet (34.985) |
Handelingen I 2019-2020, nr. 34, item 4, blz. 3
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
(…)
Tot slot komen we bij de evaluatie van de wet. Ik ben blij dat beide ministers er zijn. Hier lijkt wat verwarring te zijn ontstaan. De huidige Wet natuurbescherming is eigenlijk nog maar net op stoom wanneer deze vervangen wordt door de Aanvullingswet natuur. De minister geeft in de beantwoording van de vragen aan dat de regering pas vijf jaar na de start van de Omgevingswet de Wet natuurbescherming en de Aanvullingswet natuur zal evalueren. Dat zou in de praktijk neerkomen op het jaar 2027. Dat is meer dan tien jaar na de invoering van de Wet natuurbescherming. Dat lijkt ons niet de bedoeling. Het is een heel gevoelig dossier. We moeten hier echt bovenop zitten om te voorkomen dat wij over één, twee of drie jaar een derde stikstofcrisis om de oren krijgen. Wij vragen de minister of zij bereid is om in 2020/2021 een analyse te doen van de leerpunten die uit de Wet natuurbescherming naar voren komen.
Handelingen I 2019-2020, nr. 34, item 12, blz. 9-19
De heer Rietkerk (CDA):
Dan monitoring en toezicht, voorzitter. Ik ben bij mijn op een na laatste blokje. Het monitoren van Natura 2000 — andere fracties hebben daar al eerder over gevraagd — vraagt ook aandacht als het gaat om de kwaliteiten van Natura 2000-gebieden. Op welke wijze heeft de monitoring tot nu toe plaatsgevonden? Op welke wijze worden de kwalitatieve ontwikkelingen en de investeringskosten maatschappelijk afgewogen? En betrekt de minister de uitkomsten ook bij het strategisch lokaliseren? En het monitoren is een rijksverantwoordelijkheid als het gaat om Natura 2000. Dan zijn de provincies verantwoordelijk voor het nationaal natuurnetwerk. Hoe monitoren de provincies aansluitend op de monitoring van het Rijk, zodat wij een integraal overzicht hebben van het nationaal natuurnetwerk? En dan hebben we ook nog het Netwerk Ecologische Monitoring. Wie houdt daar toezicht op? Dan gaat het over het terreinbeheer en de organisaties, zoals Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. Hoe is dat de laatste vijf jaar gegaan? En hoe houdt de minister van LNV beide Kamers hiervan op de hoogte?
(…)
Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):
(…)
In de beantwoording lees ik dat de Omgevingswet binnen vijf jaar zal worden geëvalueerd. Dat is een gebruikelijke termijn, maar ook wel een behoorlijk lange tijd. Mevrouw Kluit wees er ook al op: als we de termijn van de WMB daarbij optellen, dan spreken we over een hele lange tijd. Wil de minister ingaan op de vraag hoe zij de monitoring en evaluatie van deze wet voor zich ziet? Zal de evaluatie door een onafhankelijke commissie plaatsvinden?
(…)
Mijn fractie kan beide gedachtegangen volgen. Op dit punt geven wij het wetsvoorstel het voordeel van de twijfel, maar wij dringen erop aan dat bij de monitoring en bij de evaluatie, waar ik al eerder naar verwees, expliciet naar dit punt gekeken wordt. Wordt het natuurbelang voldoende meegenomen? Wordt de natuur voldoende beschermd?
(…)
Minister Ollongren:
(…)
Dat in het algemeen. Ik wilde daar nog wat specifieks aan toevoegen, maar ik zie de heer Rietkerk naar de interruptiemicrofoon lopen. O, hij wacht mijn toevoeging af. We spreken hier over de Aanvullingswet natuur, dus we hebben al in beeld over welke onderwerpen die monitoring zou moeten gaan. Dat zijn tal van onderwerpen. Het kan gaan over het participatieproces, de rechtsbescherming en het DSO. Maar we hebben goed geluisterd vandaag en het lijkt ons heel goed dat die monitoring ook specifiek ziet op natuur en dat de evaluatiecommissie daar aan de voorkant aandacht voor vraagt.
(…)
Minister Ollongren:
(…)
Ik zei net al dat dat we bij de monitoring ook zorgvuldig zullen kijken naar het onderwerp natuur. Dat betekent dat als er tussentijds aanleiding is, we dat zullen aanpakken.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2019/2020, nr. 34, item 12
-
behandeling Verslag EK 2019/2020, nr. 34, item 4
-
4 februari 2025
nieuwe deadline: 1 juli 2025
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 januari 2025
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
verslag van een schriftelijk overleg met de minister van VRO over niet en gedeeltelijk uitgevoerde moties en over (deels) openstaande toezeggingen
Voor kennisgeving aangenomen op 4 februari 2025.
EK, B
-
-
25 september 2024
nieuwe commissie: commissie voor Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (I&W/VRO) -
25 september 2024
commissie vervallen: commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO) -
2 juli 2024
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
2 juli 2024
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
2 juli 2024
verantwoordelijkheid verlopen: Minister voor Natuur en Stikstof -
2 juli 2024
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
14 mei 2024
nieuwe deadline: 1 januari 2025
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
13 mei 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over (deels) openstaande toezeggingen
Op 14 mei 2024 door de commissie voor IWO voor kennisgeving aangenomen.
EK 36.410 VII / 36.410 IV, I
-
-
5 september 2023
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
5 september 2023
verantwoordelijkheid verlopen: Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
6 december 2022
nieuwe deadline: 1 juli 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
16 november 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 januari 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
10 januari 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Natuur en Stikstof -
10 januari 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
10 januari 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
30 juni 2020
toezegging gedaan
Toezegging Eén jaar na inwerkingtreding provincies vragen naar ervaringen omzetting stelsel en daarbij aandacht besteden aan de omzetting van de natuurvisie in de omgevingsvisie (34.985) (T03002)
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van de leden Kluit (GroenLinks), Rietkerk (CDA) en Huizinga-Heringa (ChristenUnie), toe één jaar na inwerkingtreding van de Omgevingswet met de provincies de ervaringen die zij hebben met de omzetting van het stelsel wat betreft natuur, te bespreken. Het expliciete punt van de omzetting van de natuurvisie in de omgevingsvisie wordt daarin meegenomen, ook met betrekking tot de vormvereisten.
Nummer | T03002 |
---|---|
Status | openstaand |
Datum toezegging | 30 juni 2020 |
Deadline | 1 januari 2025 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Minister voor Natuur en Stikstof Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening |
Kamerleden | J.C. Huizinga-Heringa (ChristenUnie) drs. S.M. Kluit (GroenLinks-PvdA) drs. Th.W. Rietkerk (CDA) |
Commissie | commissie voor Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (I&W/VRO) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | evaluatie |
Onderwerpen | Aanvullingswet natuur Omgevingswet natuur natuurvisie omgevingsvisie Omgevingswet |
Kamerstukken | Aanvullingswet natuur Omgevingswet (34.985) |
Handelingen I 2019-2020, nr. 34, item 4, blz. 2
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
(…)
Dan de uitvoerbaarheid. Wij maken ons zorgen over een dreigende inhoudelijke verwatering van het thema natuur in de omgevingsvisies. Ik noem allereerst de vormvereisten voor de natuurvisie die zijn vervangen door zelfbindende en vormvrije regels voor omgevingsvisies. In het rapport Decentraal natuurbeleid onder de Wet natuurbescherming blijkt bij meerdere provincies sprake van een sterke verwatering van het natuurthema wanneer de natuurvisie daadwerkelijk wordt omgezet in een omgevingsvisie. Wij horen graag een reactie van de minister op dit rapport. Hoe wil de minister hierop reageren richting de praktijk?
Koppelt men deze informatie aan eerdere informatie van bijvoorbeeld de commissie voor de m.e.r. over de gebrekkige toepassing van de MER bij het ontwikkelen van omgevingsvisies of leest men het rapport van Arcadis over de ontbrekende informatie over natuur- en milieukwaliteiten in de MER's die worden voorgelegd aan de commissie voor de m.e.r., dan ontstaat een beetje het beeld dat belangrijke sturende informatie op decentraal niveau letterlijk buiten beeld aan het raken is. In de wet Natuurbescherming is dit nu goed en gedetailleerd geregeld. Onze vraag aan de minister is dan ook: is zij bereid, gezien al deze signalen, om alsnog inhoudsvereisten voor natuurvisie om te zetten naar de aanvullingswet natuur? Graag een antwoord op deze vraag.
Handelingen I 2019-2020, nr. 34, item 12, blz. 9-44
De heer Rietkerk (CDA):
Dan monitoring en toezicht, voorzitter. Ik ben bij mijn op een na laatste blokje. Het monitoren van Natura 2000 — andere fracties hebben daar al eerder over gevraagd — vraagt ook aandacht als het gaat om de kwaliteiten van Natura 2000-gebieden. Op welke wijze heeft de monitoring tot nu toe plaatsgevonden? Op welke wijze worden de kwalitatieve ontwikkelingen en de investeringskosten maatschappelijk afgewogen? En betrekt de minister de uitkomsten ook bij het strategisch lokaliseren? En het monitoren is een rijksverantwoordelijkheid als het gaat om Natura 2000. Dan zijn de provincies verantwoordelijk voor het nationaal natuurnetwerk. Hoe monitoren de provincies aansluitend op de monitoring van het Rijk, zodat wij een integraal overzicht hebben van het nationaal natuurnetwerk? En dan hebben we ook nog het Netwerk Ecologische Monitoring. Wie houdt daar toezicht op? Dan gaat het over het terreinbeheer en de organisaties, zoals Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. Hoe is dat de laatste vijf jaar gegaan? En hoe houdt de minister van LNV beide Kamers hiervan op de hoogte?
(…)
Mevrouw Huizinga-Heringa (ChristenUnie):
(…)
Voorzitter. De regels die betrekking hebben op de bescherming van de natuur, komen op diverse plaatsen in de Omgevingswet terecht. Dat heeft tot gevolg dat de verschillende afspraken en regels met betrekking tot de natuurbescherming, niet duidelijk en in samenhang met elkaar in de wet bekeken kunnen worden. Je zou kunnen concluderen dat door deze versnippering het belang van natuurbescherming niet meer helder in de wet verankerd is en dat, bij de afweging van belangen, het natuurbelang over het hoofd gezien kan worden. Een andere zienswijze is dat, doordat op meerdere plaatsen in de wet het belang van natuurbescherming naar voren komt, de natuur juist beter in de wet geïntegreerd is en een duidelijker rol zal spelen in de integrale afweging. Dezelfde twee zienswijzen zijn ook mogelijk bij de natuurvisie die opgaat in de omgevingsvisie. Is dat een versterking of een verzwakking van het aandeel van de natuur?
Mijn fractie kan beide gedachtegangen volgen. Op dit punt geven wij het wetsvoorstel het voordeel van de twijfel, maar wij dringen erop aan dat bij de monitoring en bij de evaluatie, waar ik al eerder naar verwees, expliciet naar dit punt gekeken wordt. Wordt het natuurbelang voldoende meegenomen? Wordt de natuur voldoende beschermd?
(…)
Minister Schouten:
(…)
Mevrouw Kluit vraagt naar de natuurvisie in relatie tot de omgevingsvisie. Zij is bang dat het omzetten van de natuurvisie in de omgevingsvisie tot een soort verwatering van de positie van de natuur leidt; zo heb ik haar woorden maar geïnterpreteerd. De natuurvisie wordt onderdeel van de omgevingsvisie. Daarmee borg je het integrale onderdeel in het stelsel voor de leefomgeving. De Omgevingswet regelt expliciet de doorwerking van de algemene milieubeginselen in de natuurvisie, zoals het voorzorgsbeginsel, het beginsel van preventief handelen, het beginsel dat milieuaantastingen bij voorrang aan de bron moeten worden bestreden en het beginsel dat de vervuiler betaalt. Dit zijn heel belangrijke beginselen om de kwaliteit en instandhouding van de natuur te borgen. Het is belangrijk dat dit goed gebeurt, omdat wij met elkaar de staat van instandhouding moeten verbeteren waar deze nog niet op orde is.
Ik proef bij mevrouw Kluit dat zij daar niet helemaal zeker van is. Ik kan een toezegging doen. Net noemde collega Ollongren ook al het punt over de monitoring in opmaat naar de evaluatie. Zij gaf aan dat zij de onafhankelijke evaluatiecommissie expliciet zal vragen om op het onderdeel natuur na te denken over hoe zij de monitoring kan vormgeven in opmaat naar de evaluatie. Ik wil hier nog wat aan toevoegen. Wij monitoren al periodiek de staat van de natuur. Maar ik zal ook een jaar na inwerkingtreding van het wetsvoorstel een rondje langs de provincies maken om te horen wat hun ervaringen zijn met de omzetting van het stelsel. Dan kunnen de provincies zelf aangeven wat werkt en wat niet werkt. Misschien zien ze nu zelf al zaken waar het in de praktijk niet helemaal goed loopt. Ik zal ze dan ook expliciet vragen om te reflecteren op het omzetten van de natuurvisie in de omgevingsvisie. Dan kan ik de Kamer rapporteren of de natuur in de provincies de plek in de omgevingsvisie krijgt die die hoort te krijgen. Dat hebben we ook expliciet benoemd. Deze vraag kwam van diverse leden. Mevrouw Kluit had er een vraag over. De heer Rietkerk stelde een expliciete vraag over de monitoring en de borging. Ik zeg toe dat ikzelf, of mijn opvolger, dat rondje langs de velden zal maken om de ervaringen op te halen, los van alle monitoring met betrekking tot de staat van de natuur, die de Kamer toch al krijgt. Het expliciete punt van de omzetting van de natuurvisie in de omgevingsvisie neem ik daarin mee.
(…)
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
(…)
Ik wil de minister graag om de bevestiging vragen dat er ook expliciete aandacht kan zijn voor de vormvereiste: hoe werkt dat door? Dan kunnen we dat later ook koppelen, bijvoorbeeld aan wat er gebeurt in de natuurwaarden in die gebieden. Zijn er provincies die dat wat globaler doen? Wellicht is er ook wat te zien in wat daar wordt gerealiseerd aan natuurkwaliteit. Ik vraag dit specifiek omdat deze minister dit ongetwijfeld heel goed gaat doen, maar er komen verkiezingen aan. Het is dus goed om dat even vast te leggen.
(…)
Minister Schouten:
(…)
Ik heb een aantal specifieke vragen gekregen. Mevrouw Kluit vraagt of ik ook naar de vormvereisten kan kijken op het punt waar de natuurvisie in de omgevingsvisie wordt omgezet. Ik zal daar aandacht aan besteden. Er moet natuurlijk ook een zekere duidelijkheid zijn over hoe je de resultaten die in de rapportages staan precies toepast. Ik zal kijken hoe dit in de praktijk werkt. We hebben overigens ook BIJ12. Dit bureau van de provincies kan ook hier een faciliterende rol in vervullen. Maar ik zeg toe dat ik aandacht zal besteden aan dit punt als wij het rondje langs de velden gaan maken.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2019/2020, nr. 34, item 12
-
behandeling Verslag EK 2019/2020, nr. 34, item 4
-
25 september 2024
nieuwe commissie: commissie voor Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (I&W/VRO) -
25 september 2024
commissie vervallen: commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO) -
2 juli 2024
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
2 juli 2024
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
2 juli 2024
verantwoordelijkheid verlopen: Minister voor Natuur en Stikstof -
2 juli 2024
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
20 september 2023
nieuwe deadline: 1 januari 2025
nieuwe status: openstaand -
5 september 2023
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
5 september 2023
verantwoordelijkheid verlopen: Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
21 maart 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
1 maart 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister voor VRO over inwerkingtreding van de Omgevingswet
Voor kennisgeving aangenomen op 21 maart 2023.
EK 33.118 / 34.986, EW
-
-
10 januari 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
10 januari 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Natuur en Stikstof -
10 januari 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
10 januari 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
30 juni 2020
toezegging gedaan
Toezegging Bij de evaluatie van de natuurdoelensystematiek duidelijker definiëren wat de instandhoudingsdoelen, behouddoelen en uitbreidingsdoelen zijn (34.985) (T03005)
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Rietkerk (CDA), toe bij de evaluatie van de natuurdoelensystematiek duidelijker te definiëren wat de instandhoudingsdoelen, behouddoelen en uitbreidingsdoelen zijn.
Nummer | T03005 |
---|---|
Status | openstaand |
Datum toezegging | 30 juni 2020 |
Deadline | 1 januari 2027 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Minister voor Natuur en Stikstof Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur |
Kamerleden | drs. Th.W. Rietkerk (CDA) |
Commissie | commissie voor Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (I&W/VRO) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | evaluatie |
Onderwerpen | Aanvullingswet natuur Omgevingswet instandhoudingsdoelen natuur Omgevingswet verbeterdoelen |
Kamerstukken | Aanvullingswet natuur Omgevingswet (34.985) |
Handelingen I 2019-2020, nr. 34, item 12, blz. 4-32
De heer Rietkerk (CDA):
(…)
De doelensystematiek van Natura 2000 zijn naar ons idee technocratisch vertaald en daarnaast gejuridificeerd. Daarbij sluiten we ons aan bij Frans Evers, Rabbinge en Kalder. De minister geeft aan dat er sprake kan zijn van strategisch lokaliseren. Hoe werkt dat op nationaal niveau? Waarom kan dat alleen op nationaal niveau? Is het niet verstandig om dat wellicht ook op Europees niveau te bekijken, gelet op het feit dat er Europese richtlijnen zijn? Hoe kan er bij de natuurdoelensystematiek, die eind jaren negentig ontwikkeld is, pas na twintig jaar zicht zijn op een actualisatie of een heroriëntatie? Kan de minister toezeggen dat de heroriëntatie en actualisatie, zoals we hebben gelezen, in 2020 wordt afgerond? En wat gaat dat betekenen in de uitvoering van de beheerplannen op provinciaal niveau? Wat betekent de actualisatie van de natuurdoelensystematiek voor de aanpak van de stikstofproblematiek? Bij het uitvoeren van het natuurbeleid is het van belang duidelijk te zijn over de instandhoudingsdoelen, de behouddoelen en de verbeterdoelen. Dit is een drietrap. De minister geeft daar in de derde memorie van antwoord een heel goede uitleg bij. Dit is van belang bij de uitvoering van natuurbeleid en ook bij de aanpak van het stikstofprobleem. Kan de minister toezeggen dat bij de evaluatie van de natuurdoelensystematiek en de evaluatie van de beheerplannen duidelijker wordt gedefinieerd wat instandhoudingsdoelen, behouddoelen en verbeterdoelen zijn?
(…)
Minister Schouten:
(…)
Kan ik toezeggen dat we bij de evaluatie van de natuurdoelensystematiek duidelijker gaan definiëren wat de instandhoudingsdoelen of verbeterdoelen zijn? Dat kan ik toezeggen. Er wordt gekeken hoe we de instandhoudingsdoelen kunnen verduidelijken.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2019/2020, nr. 34, item 12
-
15 april 2025
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
1 april 2025
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
brief van de staatssecretaris van LVVN over de natuur in Nederland en de evaluatie van de natuurdoelensystematiek
Voor kennisgeving aangenomen op 15 april 2025.
EK, V
-
-
25 september 2024
nieuwe commissie: commissie voor Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (I&W/VRO) -
25 september 2024
commissie vervallen: commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO) -
2 juli 2024
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
2 juli 2024
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
2 juli 2024
verantwoordelijkheid verlopen: Minister voor Natuur en Stikstof -
2 juli 2024
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
5 september 2023
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
5 september 2023
verantwoordelijkheid verlopen: Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
10 januari 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
10 januari 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Natuur en Stikstof -
10 januari 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
10 januari 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
30 juni 2020
toezegging gedaan
Toezegging Informeren over actief vergunningenbeheer (35.600) (T03109)
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Janssen (SP), toe de Kamer voor het einde van dit jaar te informeren over stand van zaken ten aanzien van actief vergunningenbeheer.
Nummer | T03109 |
---|---|
Status | deels voldaan |
Datum toezegging | 2 maart 2021 |
Deadline | 1 januari 2025 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Minister voor Natuur en Stikstof |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur |
Kamerleden | mr. R.A. Janssen (SP) |
Commissie | commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | programmatische aanpak stikstof stikstofproblematiek |
Kamerstukken | Stikstofreductie en natuurverbetering (35.600) |
Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 3, blz. 7-8.
De heer Janssen (SP):
(…)
Voorzitter. Ik maak me ook grote zorgen over de uitvoeringscapaciteit, de kwaliteit van uitvoering en de uniformiteit daarvan bij de overheden in z'n algemeenheid, terwijl dit toch ook cruciaal is voor het slagen van het stikstofbeleid. Veel overheden zijn gericht op beleid, maar niet meer op uitvoering. Ik wijs daarbij bijvoorbeeld op het beheren van vergunningen. Te vaak zien we dat, als een vergunning eenmaal door het bevoegd gezag is verleend, er daarna niks meer mee gebeurt, en dat is een gemiste kans. Want een actief vergunningenbeheer kan bijdragen aan een oplossing van de stikstofproblematiek. Kan de minister ons aangeven, in hoeverre zij zicht heeft, in hoeverre bevoegde gezagen, dus Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen, inzicht hebben in het actueel zijn van hun vergunningen? Want mijn indruk is dat daar nog veel te verbeteren valt. Ik vraag ook aandacht voor de kwaliteit en de capaciteit van de omgevingsdiensten, maar ook van de NVWA. Als er bij omgevingsdiensten en NVWA meer mensen nodig zijn om toezicht en handhaving adequaat te kunnen invullen, dan moeten er meer mensen komen. Risicogestuurd toezicht mag niet belemmerd worden door capaciteitsgebrek bij de toezichthouder. Deelt de minister deze mening? Wat gaat zij doen om te zorgen dat de vergunningen bij de bevoegde gezagen ook daadwerkelijk actueel zijn, zodat we weten waar we het over hebben en dat met gebruik van bevoegdheden via actief vergunningenbeheer invloed uitgeoefend wordt waar dat kan?
Handelingen I , 2020-2021, nr. 27, item 10, blz. 43.
Minister Schouten:
(…)
De heer Janssen had het ook over het actief vergunningenbeheer. Hij maakte daar een punt van en dat snap ik ook heel goed. Hebben we nou echt wel zicht op alle vergunningen die zijn uitgegeven? Nu hebben we de Wet natuurbescherming. De vergunningen die daarin zijn afgegeven, zijn natuurlijk ook vastgelegd. Het is ook een taak voor degene die de vergunning afgeeft om dat bij te houden. Ik ben het overigens ook met de heer Janssen eens dat capaciteitsgebrek daar geen argument voor kan zijn. Ik ben nu met de bevoegde gezagen diverse opties aan het bekijken voor de aanpassing van het systeem van toestemmingverlening. Daarbij kijk ik ook naar de bestaande vergunningen, want we moeten toch meer zicht krijgen op wat daar allemaal precies speelt. Ik verwacht de Tweede Kamer later dit jaar meer te kunnen vertellen over hoever we daar dan mee zijn en hoe die verkenning precies verloopt. Dit is een punt dat de heer Janssen terecht aanstipt. We zijn er al mee bezig, maar ik hoop hier later in dit jaar meer informatie over te kunnen geven.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2020/2021, nr. 27, item 10
-
behandeling Verslag EK 2020/2021, nr. 27, item 3
-
2 juli 2024
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
2 juli 2024
verantwoordelijkheid verlopen: Minister voor Natuur en Stikstof -
23 april 2024
nieuwe deadline: 1 januari 2025
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
5 april 2024
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
13 februari 2024
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
30 januari 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor N&S over de toezegging informeren over actief vergunningenbeheer (T03109)
Op 13 februari 2024 voor kennisgeving aangenomen.
EK, AI
-
-
5 december 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
21 november 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
14 november 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
verslag van een schriftelijk overleg met de ministers van LNV en voor N&S over het halfjaarlijks rappel toezeggingen LNV en N&S
Door de commissie voor IWO op 28 november 2023 voor kennisgeving aangenomen.
EK, A
-
-
13 juni 2023
nieuwe commissie: commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) -
13 juni 2023
commissie vervallen: commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) -
9 mei 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
14 april 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
7 februari 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
20 januari 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 januari 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Natuur en Stikstof -
10 januari 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
23 november 2021
nieuwe deadline: 1 juli 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
3 november 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 maart 2021
toezegging gedaan
Toezegging Voorleggen van ontwerp-AmvB inzake renovatielease aan de Kamer (35.949) (T03393)
De minister van LNV zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Kluit (GroenLinks) en Pijlman (D66), toe het ontwerp van de algemene maatregel van bestuur inzake renovatielease aan de Eerste Kamer voor te leggen.
Nummer | T03393 |
---|---|
Status | openstaand |
Datum toezegging | 22 februari 2022 |
Deadline | 1 januari 2025 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur |
Kamerleden | drs. S.M. Kluit (GroenLinks-PvdA) Drs. H.J. Pijlman (D66) |
Commissie | commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | fosfaatrechten renovatielease |
Kamerstukken | Wijzigingen fosfaatrechtenstelsel (35.949) |
Handelingen I, 2021-2022, nr. 19, item 3, blz. 3.
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
(…)
Tot slot onze vraag waarom er gekozen is voor de vorm van een AMvB. Waarom is deze optie niet goed en gedetailleerd uitgewerkt in het wetsvoorstel? Waarom is er niet voor gekozen om met een aanvullend wetsvoorstel te komen en iets meer tijd te nemen voor de uitwerking? Graag een antwoord.
Handelingen I, 2021-2022, nr. 19, item 3, blz. 10.
De heer Pijlman (D66):
(…)
Het derde voorstel, de renovatielease, kan het nieuwe kabinet helpen zijn ambities zoals geformuleerd in het regeerakkoord, te verwezenlijken. Immers, verplaatsen van boerderijen zal de komende jaren een instrument zijn om natuurbehoud te realiseren, naast een forse vermindering van de veestapel. Om te bepalen of de uitwerking uitvoerbaar is, is een AMvB nodig. Daarin moet ook de handhaafbaarheid worden geregeld. Kan de minister toezeggen dat de AMvB ook aan deze Kamer wordt voorgelegd?
Handelingen I, 2021-2022, nr. 19, item 20, blz. 8-9.
Minister Staghouwer:
Er was een vraag van GroenLinks en de Partij van de Arbeid. Waarom is er nog geen algemene maatregel van bestuur en wanneer komt die? De inhoud van de maatregel waarmee de renovatielease mogelijk kan worden gemaakt, is nog niet bekend, omdat het proces nog niet is gestart. Ik beoog wel op korte termijn daarmee te starten.
Waarom is gekozen voor de vorm van een AMvB en niet voor een aanvullend wetsvoorstel? Dat is om op korte termijn tegemoet te kunnen komen aan de wens voor renovatielease en omdat er voorzien is in een geclausuleerde delegatiegrondslag in het wetsvoorstel die de mogelijkheid biedt de optie bij de AMvB uit te werken. Het instrument van de AMvB sluit daarnaast beter aan bij het naar verwachting gedetailleerde karakter van de uitwerking van deze maatregel.
(…)
Uitstellen van de inwerkingstreding. Met het onderdeel van de renovatielease wordt een wettelijke basis gelegd voor het kunnen opstellen van een algemene maatregel van bestuur. Met de inwerkingtreding van dit onderdeel zou alleen de grondslag voor die AMvB in werking treden en niet de maatregel zelf. De inwerkingtreding van deze grondslag kan worden uitgesteld totdat de AMvB gereed is. En ik zei u: de inhoud is nog niet bekend, omdat het proces nog moet worden opgestart. Kan de minister toezeggen dat het aan de Eerste Kamer wordt voorgelegd? Ja, dat kan ik uw Kamer toezeggen. Een opmerking hierbij is wel dat er niet in een voorhangprocedure is voorzien. Ik zal de reguliere procedure volgen en kijken wat het geschikte moment is om u het ontwerpbesluit voor te leggen.
Handelingen I, 2021-2022, nr. 19, item 20, - blz. 12.
Mevrouw Kluit (GroenLinks):
(…)
Dan de renovatielease. Ik begreep niet helemaal hoe dat nu met de AMvB gaat lopen. Het wordt geen formele voorhang, maar we worden wel geïnformeerd. Welke zeggenschap hebben wij dan als Eerste Kamer? Het is belangrijk dat wij, wanneer wij stemmen over een wet, weten waarover wij nou precies stemmen en wat de gevolgen daarvan zijn. In dit geval is dat niet zo. Dit is juist een onderdeel waar we relatief enthousiast over kunnen zijn, dus we zouden ons daar graag over willen buigen.
Handelingen I, 2021-2022, nr. 19, item 20, - blz. 14.
De heer Pijlman (D66):
(…)
Dank voor de toezegging dat de AMvB op enige wijze zal worden voorgelegd aan deze Kamer.
Handelingen I, 2021-2022, nr. 19, item 20, - blz. 16.
Minister Staghouwer:
(…)
Dan naar GroenLinks: de vraag over de zeggenschap van de Eerste Kamer over de AMvB over de renovatielease. Het wetsvoorstel kent voor deze AMvB geen voorhangprocedure. Wat ik heb toegezegd, is dat het ontwerp van de AMvB aan deze Kamer wordt toegezonden. Dat kan ik doen op het moment dat het ontwerp in internetconsultatie gaat. In het kader van de internetconsultatie kan eenieder op het ontwerp reageren. De reacties worden bij de verdere voorbereiding van de AMvB betrokken. Het staat uw Kamer vrij om deze brief te agenderen. Er is dus alle ruimte voor schriftelijke of mondelinge inbreng. Daar gaat u zelf over.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2021/2022, nr. 19, item 20
-
behandeling Verslag EK 2021/2022, nr. 19, item 3
-
2 juli 2024
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
2 juli 2024
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
23 april 2024
nieuwe deadline: 1 januari 2025
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
5 april 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
21 november 2023
nieuwe deadline: 1 januari 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
14 november 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
verslag van een schriftelijk overleg met de ministers van LNV en voor N&S over het halfjaarlijks rappel toezeggingen LNV en N&S
Door de commissie voor IWO op 28 november 2023 voor kennisgeving aangenomen.
EK, A
-
-
13 juni 2023
nieuwe commissie: commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) -
13 juni 2023
commissie vervallen: commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) -
9 mei 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
14 april 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
5 juli 2022
nieuwe deadline: 1 januari 2023
Voortgang: -
28 juni 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
verslag van een schriftelijk overleg met de minister van LNV over verlaging afromingspercentage bij overgang fosfaatrechten
voor kennisgeving aangenomen op 12 juli 2022
EK, F
-
-
22 februari 2022
toezegging gedaan
Toezegging Brief cijfers ritueel geslachte dieren (31.571) (T03706)
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Visseren-Hamakers (PvdD), toe dat hij de Kamer jaarlijks een brief betreffende het aantal ritueel geslachte dieren zal toesturen.
Nummer | T03706 |
---|---|
Status | openstaand |
Datum toezegging | 11 juli 2023 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur |
Kamerleden | prof. dr. I.J. Visseren-Hamakers (PvdD) |
Commissie | commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) |
Soort activiteit | Mondeling overleg |
Categorie | legisprudentie |
Onderwerpen | bedwelmen ritueel slachten toezicht |
Kamerstukken | Initiatiefvoorstel-Thieme over het invoeren van een verplichte voorafgaande bedwelming bij ritueel slachten (31.571) |
Handelingen I 2009-2010, nr. XXX - blz. XXX
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
(…)
“Voordat ik op twee casussen focus, is mijn algemene vraag: wat wil de minister concreet gaan doen inzake het inzicht verschaffen in cijfers? Wat wil de minister gaan doen inzake toezicht bij de slacht? En wat wil de minister gaan doen inzake het garanderen van informatie naar alle consumenten die vlees kopen? Dat zijn dus algemene vragen, niet toegespitst op specifieke casussen.”
Handelingen I 2009-2010, nr. XXX - blz. XXX
Minister Adema:
(…)
“Dan kom ik op een aantal zaken die mevrouw Visseren-Hamakers aan de orde stelde over toezicht bij rituele slacht, duidelijke informatie voor de consument en de vraag wat ik wil doen om zicht te krijgen op rituele slacht, in cijfers. De cijfers hebben we duidelijk. We weten hoeveel er ritueel geslacht wordt. Dat wordt ook elk jaar teruggekoppeld aan de Tweede Kamer. Ik weet niet of dat ook aan de Eerste Kamer gebeurt, maar dat zouden we standaard kunnen doen; ik vind dat op zich geen enkel probleem. Maar het wordt gewoon jaarlijks teruggekoppeld aan het parlement.”
-
4 maart 2025
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
18 februari 2025
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
brief van de minister van LVVN over een motie en diverse toezeggingen dieren in de veehouderij
EK 35.746 / 28.286 / 31.571 / 36.600 XIV, J
-
-
2 juli 2024
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
2 juli 2024
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
21 november 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
14 november 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
verslag van een schriftelijk overleg met de ministers van LNV en voor N&S over het halfjaarlijks rappel toezeggingen LNV en N&S
Door de commissie voor IWO op 28 november 2023 voor kennisgeving aangenomen.
EK, A
-
-
24 oktober 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 oktober 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
5 oktober 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
11 juli 2023
toezegging gedaan -
13 juni 2023
nieuwe commissie: commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)
Toezegging Doorverwijzing minister LNV wet dieren in verhouding tot landelijke beëindigingsregelingen (36.418) (T03811)
De staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Visseren-Hamakers (PvdD), toe de vraag over hoe de wet over de dieren al dan niet in verhouding staat tot de landelijke beëindigingsregelingen door de verwijzen naar de minister van LNV.
Nummer | T03811 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 12 december 2023 |
Deadline | 1 juli 2024 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur |
Kamerleden | prof. dr. I.J. Visseren-Hamakers (PvdD) |
Commissie | commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | beëindigingsregeling dieren herinvesteringsregeling veehouderijen |
Kamerstukken | Belastingplan 2024 (36.418) |
Handelingen I 2023-2024, nr. 11, item 3 - blz. 31
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
(…)
“Dan de herinvesteringsregeling, de HIR. Met het voorstel wordt het gebruik door ondernemers zoals agrarische bedrijven van de herinvesteringsreserve bij staking van een gedeelte van hun onderneming als gevolg van overheidsingrijpen verruimd. De Partij voor de Dieren ziet een aantal risico's in dit voorstel en heeft de volgende vragen. Ziet het kabinet mogelijkheden om te voorkomen dat een veehouderijbedrijf op een nieuwe locatie weer een veehouderijbedrijf start, bijvoorbeeld door een diersoort te gaan houden die niet werd gehouden op de oude locatie? En ziet het kabinet mogelijkheden om duurzaamheids- of dierenwelzijnseisen te stellen aan zo'n herinvestering? Hoe ziet het kabinet erop toe dat nieuwe veehouderijbedrijven voldoen aan de Wet dieren? Graag een reactie van het kabinet.”
Handelingen I 2023-2024, nr. 12, item 12 - blz. 36
De heer Van Rij:
(…)
“Voorzitter. Dan heb ik de vraag van mevrouw Visseren-Hamakers over de herinvesteringsreserve. Ik heb daar antwoord op gegeven. De vraag over hoe de wet over de dieren al dan niet in verhouding staat tot de landelijke beëindigingsregelingen — want daar gaat het om — is echt op het gebied van LNV. Ik wil die vraag dus toch echt doorverwijzen naar de minister van LNV, voorzitter, als dat met uw goedvinden is.”
De voorzitter:
“Mevrouw Visseren-Hamakers heeft nog een vraag of een opmerking naar aanleiding van uw beantwoording.”
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
“Ik heb een heel praktische vraag; misschien is het mijn nieuwheid als Eerste Kamerlid. U zegt dat u die vraag doorverwijst naar uw collega van LNV. Hoe komt dat antwoord dan terug naar de Eerste Kamer?”
Staatssecretaris Van Rij:
“Dat zal de collega dan doen. Het is dus niet zo dat dat blijft hangen. U krijgt antwoord van hem. Die toezegging doe ik.”
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
“Dank u.”
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2023/2024, nr. 12, item 12
-
behandeling Verslag EK 2023/2024, nr. 11, item 3
-
18 maart 2025
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
12 maart 2025
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
17 december 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
9 december 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
26 november 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
15 november 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 september 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
22 juli 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 juli 2024
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
2 juli 2024
verantwoordelijkheid verlopen: Staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst -
12 december 2023
toezegging gedaan
Toezegging Stoppen met het gebruik van glyfosaat (36.410 XIV) (T03841)
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van het lid Kluit (GroenLinks-PvdA) en van het lid Van Aelst-den Uijl (SP), toe dat wanneer wetenschappelijk wordt aangetoond dat er een causaal verband bestaat tussen glyfosaat en neurodegeneratie, direct wordt gestopt met het gebruik van glyfosaat.
Nummer | T03841 |
---|---|
Status | openstaand |
Datum toezegging | 12 maart 2024 |
Deadline | 1 januari 2025 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur |
Kamerleden | R. van Aelst-den Uijl MA (SP) drs. S.M. Kluit (GroenLinks-PvdA) |
Commissie | commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | glyfosaat |
Kamerstukken | Begrotingsstaten Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Diergezondheidsfonds 2024 (36.410 XIV) |
Handelingen I 2023-2024, nr. 23, item 8
Mevrouw Van Aelst-den Uijl (SP):
“We vragen de minister om in te zetten op biologische bestrijding in plaats van landbouwgif te gebruiken en daarmee dus het gebruik van andere landbouwgiffen tegen te gaan.”
Minister Adema:
“Dan nog even over het stoppen met glyfosaat. Natuurlijk moeten wij meer naar biologische bestrijdingsmiddelen gaan. Onze inzet is om glyfosaat echt te beperken. Ik heb daar in de eerste termijn ook een aantal voorbeelden van genoemd. Ook de wetenschappers zelf — ik noemde al de heer Bas Bloem — geven aan dat echt meer onderzoek moet worden gedaan naar neurodegeneratie, voordat we zeker weten of en hoe glyfosaat uitwerkt op neurodegeneratie. Daarom doen we juist onderzoek en voegen we het toe aan het toetsingskader.“
Mevrouw Kluit (GroenLinks-PvdA):
“Het voorzorgprincipe is natuurlijk juist voor deze situatie uitgevonden. Waarom heeft de minister niet gekozen voor het voorzorgprincipe? Het voorzorgprincipe is juist van toepassing op plekken waarvan je weet dat er iets aan de hand zou kunnen zijn. We weten het dan nog niet zeker, maar het zou ernstig kunnen zijn. Je handelt dan niet — je laat het dus niet opnieuw toe — tot je zeker weet dat het goed gaat.”
Minister Adema:
“We doen nu onderzoek op dit specifieke terrein naar de relatie tussen glyfosaat en parkinson. Dat is ook met de wetenschap afgesproken. Op het moment dat wetenschappelijk wordt aangetoond dat er een causaal verband is tussen glyfosaat en neurodegeneratie, bijvoorbeeld parkinson in dit geval, dan wordt ook direct gestopt met het gebruik van glyfosaat, heb ik gezegd.”
“Nogmaals, als ik kijk naar de casussen die zijn aangedragen, dan is het causaal verband niet aangetoond. Er moet echt nog vervolgonderzoek zijn. En nogmaals, op het moment dat uit het vervolgonderzoek blijkt dat dat causaal verband er wel is, dan wordt er onmiddellijk gestopt met het gebruik van glyfosaat, direct, in Nederland en in Europa.”
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2023/2024, nr. 23, item 8
-
4 februari 2025
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
28 januari 2025
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
verslag van een schriftelijk overleg met de minister van LVVN over de toezeggingen over de wet dieren in verhouding tot landelijke beëindigingsregelingen en het stoppen met het gebruik van glyfosaat
Op 4 februari 2025 voor kennisgeving aangenomen.
EK, I
-
-
17 december 2024
nieuwe deadline: 1 januari 2025
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
9 december 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
22 oktober 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
14 oktober 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
2 juli 2024
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
2 juli 2024
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
12 maart 2024
toezegging gedaan
Toezegging Overzicht stikstofbanken (36.410 XIV) (T03842)
De minister voor Natuur en Stikstof zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Aelst-den Uijl (SP), toe dat zij de Kamer een overzicht zal verstrekken van alle stikstofbanken die zijn opgezet in Nederland, de hoeveelheid beschikbare stikstofruimte in deze banken en de wijze en regels op basis waarvan al deze stikstofruimte wordt ingezet. Met betrekking tot de stikstofruimte voor extern salderen is onlangs een evaluatie afgerond die binnenkort met de Tweede Kamer zal worden gedeeld. Tevens is toegezegd dat zij binnenkort in een brief haar beleidsvoornemens ten aanzien van intern en extern salderen zal delen.
Nummer | T03842 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 12 maart 2024 |
Deadline | 1 januari 2025 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister voor Natuur en Stikstof |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur |
Kamerleden | R. van Aelst-den Uijl MA (SP) |
Commissie | commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | stikstofruimte stikstofsaldering |
Kamerstukken | Begrotingsstaten Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Diergezondheidsfonds 2024 (36.410 XIV) |
Handelingen I 2023-2024, nr. 23, item 3
Mevrouw Van Aelst-den Uijl (SP):
“Heeft de minister een overzicht van alle stikstofbanken die zijn opgezet in Nederland, de hoeveelheid beschikbare stikstofruimte in deze banken en de wijze en regels op basis waarvan al deze stikstofruimte wordt ingezet? Is de minister ook bereid om dat overzicht aan ons als Kamer aan te leveren? Heeft de minister een beeld van alle stikstofruimte die in Nederland via intern en extern salderen wordt ingezet en van hoeveel stikstofruimte inmiddels is ingezet voor het beloofde natuurherstel? Ook hiervan graag een overzicht. Kan de minister daarnaast aangeven welke oplossingen er worden gezocht voor de zogenaamde interimmers?”
Handelingen I 2023-2024, nr. 23, item 8
Minister Van der Wal - Zeggelink:
“Dan de vraag van mevrouw Van Aelst over de stikstofbanken. Ze vroeg of we een overzicht hebben en of ik bereid ben dat te delen. Daarop is het antwoord ja, vanzelfsprekend. Hebben we dan ook het overzicht van de stikstofruimte voor extern en intern salderen? We hebben een evaluatie afgerond ten aanzien van extern salderen. Die deel ik binnenkort met de Tweede Kamer. Onderdeel daarvan was het verkrijgen van een kwantitatief beeld van natuurvergunningen die zijn verleend op basis van extern salderen sinds het vervallen van de PAS in 2019. Daarbij zijn de data en de omvang van de transacties in kaart gebracht. Intern salderen is op dit moment natuurlijk niet vergunningplichtig, dus dat betekent dat bevoegd gezagen ook geen zicht hebben op de stikstofruimte die binnen een verleende vergunning kan worden ingezet door de initiatiefnemer. Maar ik kom binnenkort met een beleidsbrief over salderen. Daarin zal ik ook mijn beleidsvoornemens ten aanzien van intern en extern salderen delen, maar die registratie vind ook ik ongelofelijk belangrijk, om te weten waar de ruimte zit, hoe je die kunt inzetten en of je die kunt inzetten.”
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2023/2024, nr. 23, item 8
-
behandeling Verslag EK 2023/2024, nr. 23, item 3
-
4 februari 2025
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
30 januari 2025
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-
brief van de minister van LVVN over overzicht van stikstofbanken
Op 4 februari 2025 voor kennisgeving aangenomen.
EK, BX
-
-
17 december 2024
nieuwe deadline: 1 januari 2025
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
9 december 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 juli 2024
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
2 juli 2024
verantwoordelijkheid verlopen: Minister voor Natuur en Stikstof -
12 maart 2024
toezegging gedaan
Toezegging Nadere invulling art. 1.6 Besluit houders van dieren (36.410 XIV) (T03843)
De minister voor Natuur en Stikstof zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Visseren-Hamakers (PvdD), toe voor de zomer dit jaar met de Kamer te delen op welke wijze wordt beoogd nadere invulling te geven aan de open norm voor het houden van dieren (artikel 1.6 van het Besluit houders van dieren), meer in het bijzonder over de bescherming van vee dat buiten worden gehouden.
Nummer | T03843 |
---|---|
Status | deels voldaan |
Datum toezegging | 12 maart 2024 |
Deadline | 1 januari 2025 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister voor Natuur en Stikstof |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur |
Kamerleden | prof. dr. I.J. Visseren-Hamakers (PvdD) |
Commissie | commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | bescherming besluit houders van dieren dieren normering |
Kamerstukken | Begrotingsstaten Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Diergezondheidsfonds 2024 (36.410 XIV) |
Handelingen I 2023-2024, nr. 23, item 3
Mevrouw Visseren-Hamakers (PvdD):
Is de minister bereid om op korte termijn en uiterlijk voor deze zomer met regels te komen voor de bescherming van schapen en andere dieren die buiten worden gehouden, ter uitwerking van artikel 1.6 van het Besluit houders van dieren, en om tot handhaving over te gaan?
Handelingen I 2023-2024, nr. 23, item 8
Minister Van der Wal:
“Zoals u weet, is de norm van artikel 1.6. van het Besluit houders van dieren een open norm. Hierdoor is het voor zowel de houder als de toezichthouder simpelweg onduidelijk welke bescherming als afdoende kan worden beschouwd. Daarom wordt hard gewerkt aan de invulling van die norm. (…) Ik doe er alles aan om voor de zomer die helderheid over de invulling van de norm te hebben. Dus ik durf wel toe te zeggen dat ik die invulling van de norm voor de zomer kan delen. Maar afhankelijk van de juridische inbedding die we kiezen, weet ik niet of die gerealiseerd is voor de zomer. Die kan natuurlijk een iets langere doorlooptijd hebben, maar dan heeft u wel de helderheid over de juridische inbedding voor de zomer.”
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2023/2024, nr. 23, item 8
-
behandeling Verslag EK 2023/2024, nr. 23, item 3
-
15 april 2025
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
1 april 2025
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
20 maart 2025
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
4 maart 2025
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
18 februari 2025
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-
brief van de minister van LVVN over een motie en diverse toezeggingen dieren in de veehouderij
EK 35.746 / 28.286 / 31.571 / 36.600 XIV, J
-
-
21 januari 2025
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
17 december 2024
nieuwe deadline: 1 januari 2025
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
9 december 2024
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
26 november 2024
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
15 november 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 september 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
22 juli 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 juli 2024
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
2 juli 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 juli 2024
verantwoordelijkheid verlopen: Minister voor Natuur en Stikstof -
12 maart 2024
toezegging gedaan
Toezegging Visitatiecommissie review over NVWA als toezichthouder (36.410 XIV) (T03844)
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kluit (GroenLinks-PvdA), toe dat wanneer de nog in te richten visitatiecommissie haar review op de wijze waarop de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) haar werk als onafhankelijk toezichthouder uitvoert heeft afgerond, deze review met de Kamer zal worden gedeeld.
Nummer | T03844 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 12 maart 2024 |
Deadline | 1 juli 2024 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur |
Kamerleden | drs. S.M. Kluit (GroenLinks-PvdA) |
Commissie | commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit review visitatiecommissies |
Kamerstukken | Begrotingsstaten Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Diergezondheidsfonds 2024 (36.410 XIV) |
Handelingen I 2023-2024, nr. 23, item 8
Minister Adema:
“Daarnaast wordt er een tijdelijke visitatiecommissie ingericht die een review gaat houden op het toezichtwerk van de NVWA. Dat gaat dus echt over de uitvoering van beleid. De NVWA maakt namelijk zelf geen beleid. Vanzelfsprekend doet het ministerie dat in samenwerking met beide Kamers.”
Mevrouw Kluit (GroenLinks-PvdA):
“Kunt u die review ook naar de Eerste Kamer sturen, als die verschenen is?”
Minister Adema:
“Dat doe ik graag, natuurlijk.”
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2023/2024, nr. 23, item 8
-
21 januari 2025
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
15 januari 2025
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 juli 2024
nieuwe verantwoordelijkheid: Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
2 juli 2024
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
12 maart 2024
toezegging gedaan