Rappelabele toezeggingen Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Vooruitblik voor juli 2018 tot januari 2019)



Dit is het rappel vanaf 02-07-18 tot 02-01-19.

 




Toezegging Mogelijke verdringingseffecten (34.073) (T02148)

De minister van SZW streeft ernaar om, met de evaluatie van de werking van de wet over de eerste twee jaar na inwerkingtreding, de nodige kwantitatieve gegevens te vergaren om de mogelijke verdringingseffecten te kunnen nagaan en zal het CBS, naar aanleiding van opmerkingen van de leden Elzinga, Ester en Lintmeijer, verzoeken om daarbij in het bijzonder aandacht te besteden aan de verdringingseffecten voor de groep kwetsbare oudere werkzoekenden. De uitkomsten van de evaluatie zullen met de Kamer worden gedeeld.


Kerngegevens

Nummer T02148
Status voldaan
Datum toezegging 22 september 2015
Deadline 1 januari 2021
Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden A. Elzinga (SP)
Dr. P. Ester (ChristenUnie)
Drs. F.C.W.C. Lintmeijer (GroenLinks)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen AOW-leeftijd
arbeidsmarkt
verdringing
werkzoekenden
Kamerstukken Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd (34.073)


Uit de stukken

Handelingen I 2015-2016, nr. 1, item 10, blz. 3

De heer Elzinga (SP):

Het CPB geeft aan dat het op de lange termijn niet waarschijnlijk is dat verdringing plaatsvindt, maar dat die op de korte termijn waarschijnlijk wel zal plaatsvinden, zij het niet op heel grote schaal. Dat zei de minister ook al. Is het daarom niet des te belangrijker om dat inzicht gekwantificeerd in beeld te krijgen? Ik snap niet helemaal, hoewel we daarover veel vragen hebben gesteld, dat er niet meer gepoogd is om dit te kwantificeren, om het risico precies in beeld te hebben.

Minister Asscher:

Die behoefte voel ik met de heer Elzinga, want dat maakt heel veel uit voor hoe je uiteindelijk zult oordelen over de effecten van het wetsvoorstel. Ik kom daar zo even op terug, ook aan de hand van het amendement dat ziet op de evaluatie. Dat amendement is met het oog daarop ingediend. Van te voren lukt het niet, moet ik eerlijk bekennen. Het lukt mij niet en het lukt het Centraal Planbureau niet. We hebben ze daarover echt enorm aan de jas getrokken: kunnen jullie niet enige indicatie geven in kwantitatieve zin? Dat is niet gelukt. Ik kom zo nog even terug op de vraag hoe je toch de vinger aan de pols zou kunnen houden.

Handelingen I 2015-2016, nr. 1, item 10, blz. 5

Minister Asscher:

De heer Lintmeijer en de heer Ester vroegen mij of en hoe ik de uitwerking van het wetsvoorstel zal monitoren en evalueren. Bij amendement is een artikel opgenomen dat bepaalt dat de werking van de wet over de eerste twee jaar na inwerkingtreding geëvalueerd moet worden. Een belangrijk aandachtspunt bij die evaluatie is uiteraard de vraag of er sprake is van verdringing. Dat zei ik net al tegen de heer Elzinga. De reguliere cijfers van het CBS kunnen inzicht geven in de ontwikkeling van de participatiegraad van werknemers in verschillende categorieën van leeftijden in verschillende contractvormen van werkende AOW'ers. Als dat nodig is, kan het CBS maatwerk leveren waardoor wij gegevens op een lager aggregatieniveau kunnen verzamelen. Verder zal verdiepend onderzoek onder werkgevers en werknemers moeten uitwijzen welke effecten de maatregelen uit dit wetsvoorstel concreet hebben op het al dan niet laten werken van de AOW-plussers. Ik vat het heel kort samen. De evaluatie is voor mij een belangrijk middel om de kwantitatieve inschatting te maken, die je vooraf niet krijgt, en deze te kunnen toetsen aan wat er in de werkelijkheid zal gebeuren. Ik zal de uitkomsten van die evaluatie vanzelfsprekend met beide Kamers delen. [...]

Ik wil wel proberen om de kwantitatieve gegevens naar boven te krijgen. Ik zal het CBS expliciet vragen wat voor veranderingen er zijn en wat voor overloop er is. Ook zal ik het CBS vragen of het als gevolg van deze wet mogelijk een causaal verband in dezen ziet. Bovendien zal ik meer in het bijzonder vragen of er effecten van verdringing op de groep meer kwetsbare werkzoekenden net daaronder te zien zijn


Brondocumenten


Historie







Toezegging Het informeren van de Kamer over de uitkomsten van het overleg met pensioenfondsen en toezichthouders over de in de evaluatie van de Wet Aanpassing Financieel Toetsingskader gesignaleerde knelpunten (33.972) (T02574)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Oomen-Ruijten (CDA) - toe, deze te informeren over de uitkomsten van het overleg met pensioenfondsen en toezichthouders over de in de evaluatie van de Wet Aanpassing Financieel Toetsingskader gesignaleerde knelpunten. Het betreft in het bijzonder de knelpunten die zijn gesignaleerd ten aanzien van de vormgeving van de haalbaarheidstoets, de wijze van berekenen van de reële dekkingsgraad en de reikwijdte van de beleidsdekkingsgraad.


Kerngegevens

Nummer T02574
Status voldaan
Datum toezegging 14 juni 2018
Deadline 1 juli 2019
Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden M.G.H.C. Oomen-Ruijten (CDA)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Schriftelijk overleg
Categorie brief/nota
Onderwerpen dekkingsgraden
evaluaties
Financieel Toetsingskader
haalbaarheidstoets
Kamerstukken Wet aanpassing financieel toetsingskader (33.972)


Uit de stukken

Kamerstukken I, 2017-2018, 33972, AD, p.1:

Mevrouw Oomen-Ruijten (CDA):

De leden van de CDA-fractie merken op dat de aanpassingen van het financieel toetsingskader (FTK) in 2015 los stonden van de ook toen reeds gevoelde noodzaak om het pensioenstelsel te vernieuwen. De discussie over het nieuwe pensioencontract is op dit moment nog gaande tussen de sociale partners en dit vraagt volgens deze leden derhalve grote terughoudendheid. In die zin steunen zij de regering in de zienswijze dat daar waar de evaluatie knelpunten blootlegt, fundamentele wijzigingen in het FTK nu niet aan de orde zijn.

Waar u in uw brief ook meldt dat u het overleg wil aangaan met toezichthouders en pensioenfondsen over de gesignaleerde knelpunten in de vormgeving van de haalbaarheidstoets, de wijze van berekenen van de reële dekkingsgraad en de reikwijdte van de beleidsdekkingsgraad, moedigen de leden van de CDA-fractie dat overleg graag aan. Wilt u deze leden toezeggen hen te informeren over de afspraken en uitkomsten van dit beraad?

Minister Koolmees:

Gaarne zeg ik toe dat ik u zal informeren over de uitkomsten van mijn overleg met pensioenfondsen en toezichthouders over deze in het onderzoek gesignaleerde knelpunten.


Brondocumenten


Historie