E230003 - Voorstel voor een verordening betreffende wederzijdse erkenning van afstamming
Dit voorstel van de Europese Commissie heeft als doel het internationaal privaatrecht inzake afstamming op EU-niveau te harmoniseren.
Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in commissie Eerste Kamer.
nationaal
Op 24 maart 2023 is de brief met vragen (EK, A) verstuurd aan de Europese Commissie in het kader van de politieke dialoog.
Op 22 maart 2023 is de brief met vragen verstuurd aan de minister van Justitie en Veiligheid.
Europees
Op 14 maart 2023 oordeelde de Italiaanse Senaat dat het voorstel niet in lijn is met het subsidiariteits- en het proportionaliteitsprincipe.
volledige titel
Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning van beslissingen en de aanvaarding van authentieke akten inzake afstamming en betreffende de invoering van een Europese akte van afstamming
document Europese Commissie
COM(2022)695, d.d. 7 december 2022
rechtsgrondslag
Artikel 81, lid 3, VWEU
commissie Eerste Kamer
beleidsterreinen
Op 24 maart 2023 is de brief met vragen (EK, A) verstuurd aan de Europese Commissie in het kader van de politieke dialoog.
Op 22 maart 2023 is de brief met vragen verstuurd aan de minister van Justitie en Veiligheid.
Op 14 maart 2023 leverden de fracties van PVV en SGP inbreng voor schriftelijk overleg met de regering en de Europese Commissie.
Op 14 februari 2023 besloten de commissies I&A/JBZ en J&V het voorstel in behandeling te nemen en in maart 2023 gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg. De commissies besluiten de verdere behandeling van dit voorstel over te dragen aan de commissie J&V.
Op 3 februari 2023 ontving de Kamer het BNC-fiche met het standpunt van de Nederlandse regering over het voorstel.
Op 20 december 2022 besloten de commissies I&A/JBZ en J&V het voorstel in behandeling te nemen en opnieuw voor procedure te agenderen na ontvangst van het bijbehorende BNC-fiche.
-
brief aan de Europese Commissie over voorstel voor een verordening betreffende wederzijdse erkenning van afstamming 36.330, EK, A
24 maart 2023 Bevat bijlage -
brief aan de minister van J&V over voorstel voor een verordening betreffende wederzijdse erkenning van afstamming 36.330, EK, ? wordt later als kamerstuk gepubliceerd
22 maart 2023 -
-
-
Op 21 februari 2023 leverde de commissie J&V inbreng voor schriftelijk overleg over het BNC-fiche.
Op 3 februari 2023 ontving de Kamer het BNC-fiche met daarin het standpunt van de regering over het voorstel. Het kabinet verwelkomt het voorstel van de Europese Commissie. Voor het kabinet is het niet acceptabel wanneer een kind bij het passeren van de grens van een EU-lidstaat (één van) de ouders verliest. Wel kijkt het kabinet nog kritisch naar een aantal aspecten van het voorstel.
Volgens het kabinet is het wellicht niet noodzakelijk om Europees te regelen welke rechter bevoegd is voor de erkenning van ouderschap ontstaan in het buitenland, of welk nationaal recht de afstamming bepaalt. Het kabinet staat wel open voor Europese regels, mocht dit bijdragen aan de verbetering van ouderschapserkenning. Belangrijk aandachtspunt bij de onderhandelingen voor Nederland is ook de verhouding van de regeling voor toepasselijk recht op de afstamming tot de Nederlandse regeling, en de daarin opgenomen waarborgen voor de bescherming van de positie van kind en geboortemoeder.
Het kabinet oordeelt positief over de bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit van het voorstel. Op grond van artikel 81, lid 3, VWEU kan de EU maatregelen vaststellen betreffende het familierecht met grensoverschrijdende gevolgen. Het kabinet kan zich vinden in deze rechtsgrondslag. Volgens het kabinet vormen de verschillen in afstammingsrecht op dit moment een obstakel voor het vrije verkeer van personen in de EU, en kan dit niet op nationaal niveau worden opgelost. Om die reden is EU-optreden volgens het kabinet gerechtvaardigd. Daarvoor is volgens het kabinet het voorgestelde optreden geschikt. Dit gaat voor het kabinet niet verder dan noodzakelijk. Aandachtspunt voor het kabinet is wel of uniforme, Europese regeling van rechtsmacht en toepasselijk recht noodzakelijk is.
Het kabinet schat in dat een meerderheid van de EU-landen voorstander is van het voorstel. Er zijn wel EU-landen waar draagmoederschap verboden is, of waar bezwaren zijn tegen de erkenning van ouderschap van paren van gelijk geslacht of andere regenbooggezinnen. Gelet op het unanimiteitsvereiste vormt dit een serieus obstakel voor de totstandkoming van een verordening. Op 10 januari 2023 is het voorstel ter consultatie voorgelegd aan het Europees Parlement. Een standpunt wordt twee tot drie maanden na toezending verwacht.
Het voorstel werd op 7 december 2022 gepubliceerd.
Het staat EU-burgers vrij om in de verschillende EU-lidstaten te werken of verblijven. De motieven om naar een ander EU-land te gaan, kunnen verschillen; reizen, verhuizen, vastgoed kopen, et cetera. Het EU-recht regelt dat de in een lidstaat vastgestelde afstamming van een EU-burger in alle andere lidstaten moet worden onderkend. Op dit moment hebben de lidstaten op nationaal niveau echter nog elk hun eigen wetgeving betreffende de erkenning van afstamming.
Doordat de nationale wetgeving en het EU-recht nog niet overeenkomen, kunnen problemen ontstaan wanneer een gezin zich in een grensoverschrijdende situatie bevindt. Rechten kunnen verloren gaan die het op grond van de afstamming aan het nationale recht ontleent. Als de afstamming niet wordt erkend door een lidstaat, worden de grondrechten van kinderen bedreigd. Administratieve en juridische procedures om de afstamming toch erkend te laten verklaren, leiden tot onzekerheid en kosten veel tijd en geld.
Dit vormt de aanleiding voor de Europese Commissie tot het onderhavige verordeningsvoorstel. Het voorstel heeft als doel het internationaal privaatrecht inzake afstamming op EU-niveau te harmoniseren.
De verordening zou ervoor zorgen dat specifieke gerechten van lidstaten worden vastgesteld die bevoegd zijn om te oordelen in zaken aangaande afstemming. Naast de aanwijzing van de bevoegde rechters bevat het voorstel ook een aanwijzing van het toepasselijk recht. De afstamming van het kind wordt doorgaans bepaald aan de hand van de verblijfplaats van de moeder bij de bevalling. Wanneer deze regel ervoor zorgt dat de afstamming voor slechts één ouder kan worden vastgesteld, zorgen alternatieve opties in de aanwijzing ervoor dat ook de afstamming ten aanzien van de andere ouder kan worden vastgesteld. Bovendien zou de verordening voorzien in regels voor de erkenning van de afstamming. Aan de hand van rechterlijke beslissingen en authentieke akten moet in beginsel in elke lidstaat de eerder bepaalde afstamming worden erkend, zonder dat hiervoor een extra procedure benodigd is. Ten slotte zouden kinderen een geharmoniseerd Europees modelcertificaat van afstamming kunnen aanvragen bij de lidstaat die hun afstamming heeft vastgesteld. Hierdoor kan de afstamming makkelijk in de andere lidstaten worden aangetoond.
-
Voorstel voor een verordening betreffende wederzijdse erkenning van afstamming voorstel Europese Commissie - COM(2022)695
7 december 2022 -
Bijlagen bij voorstel voor een verordening betreffende wederzijdse erkenning van afstamming voorstel Europese Commissie - COM(2022)695
7 december 2022
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
De commissie Juridische zaken (JURI) van het Europees Parlement behandelt het voorstel. De commissies Vrouwenrechten en gendergelijkheid (FEMM) en Burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (LIBE) zijn aangesteld als adviescommissies.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
Op 14 maart 2023 oordeelde de Italiaanse Senaat dat het voorstel niet in lijn is met het subsidiariteits- en het proportionaliteitsprincipe.
De deadline voor het indienen van een subsidiariteitsbezwaar is op 23 maart 2023.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.
-
Resolution Italian Senate on compliance with the principles of subsidiarity and proportionality of COM(2022)695 [en] standpunt nationaal parlement XVIII-bis, No. 2
14 maart 2023