Rappelabele toezeggingen Defensie (Halfjaarlijks rappel (februari 2017))



Dit is het rappel tot 02-01-17.

 




Toezegging Jaarlijkse toezending brief internationale samenwerking (33.750 X, F) (T02009)

De minister van Defensie zegt de Kamer toe jaarlijks een totaaloverzicht - dezelfde als de Tweede Kamer reeds ontvangt - te sturen van de stappen die zijn gezet op het terrein van internationale militaire samenwerking.


Kerngegevens


Uit de stukken

Verslag van een mondeling overleg 2014-2015, nr. 33 750 X, F - blz. 15-16

Minister Hennis-Plasschaert: [...] Ik stuur ieder jaar aan de Tweede Kamer een totaaloverzicht van de stappen die zijn gezet op het terrein van de internationale samenwerking. Ik heb het gevoel dat de leden van deze Kamer die informatie niet ontvangen. Het lijkt mij goed dat zij die informatie wel ontvangen, omdat zij dan kunnen zien welke initiatieven er zijn en waar Nederland voorop loopt. Wij kunnen daarna desgewenst nog een debat over dit onderwerp voeren, want ik hecht veel waarde aan de verdergaande Europese samenwerking.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Ontwikkelingen stealthtechnologie en sensoren (33.694) (T02116)

De Minister van Defensie zegt, naar aanleiding van een vraag van het lid Franken (CDA), toe om de voortgangsrapportages over de F-35 ook aan de Eerste Kamer te zenden, en bij deze rapportages in te gaan op de ontwikkelingen in de stealthtechnologie en de sensoren.


Kerngegevens

Nummer T02116
Status voldaan
Datum toezegging 24 maart 2015
Verantwoordelijke(n) Minister van Defensie
Kamerleden prof. mr. H. Franken (CDA)
Commissie commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingshulp (BDO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie legisprudentie
Onderwerpen F-35
Joint Strike Fighter
sensoren
Stealthtechnologie
voortgangsrapportage
Kamerstukken Internationale Veiligheidsstrategie (33.694)


Uit de stukken

Handelingen I 2014-2015, nr. 25, item 8, blz. 20

Echt ten slotte — in mijn eerste termijn heb ik een heleboel tijd overgelaten, voorzitter — kom ik terug op de cybersecurity en de drones die ik even heb genoemd. De minister heeft een duidelijke uitleg gegeven over de UAV's. Ik heb gewezen op de Chief of Naval Operations, admiraal Greenert, die het programma voor F-35's heeft bijgesteld omdat hij zegt dat die stealthtechnologie achter raakt op sensortechnologie. Zou de minister ons een brief kunnen sturen om nu eens uit te leggen hoe dat precies zit en hoe de ontwikkeling van de sensortechnologie gaat? Die stealthtechnologie is altijd beperkt. Hoe koel je een motor ook maakt, het toestel is altijd te ontdekken.

Handelingen I 2014-2015, nr. 25, item 8, blz. 28

Minister Hennis-Plasschaert:

Voorzitter. De stealthtechnologie maakt vliegtuigen inderdaad niet volledig onzichtbaar. Dat is ook nooit aan de orde geweest tijdens het F-35-debat. Wel maakt deze technologie het lastiger om vliegtuigen op te pikken. Dat is een beetje de kern van de stealthtechnologie. Ik denk dat het goed is dat de ontwikkeling van sensoren een enorme vlucht aan het nemen is. Dat zal alleen nog verder toenemen. De uitspraken waarnaar de heer Franken verwijst, als ik die nog helder op het netvlies heb, hebben een relatie met de geschetste mogelijke gevolgen voor de zogenoemde zesdegeneratiejachtvliegtuigen. Maar de F-35 is een vijfdegeneratievliegtuig. Het is wel heel erg "als dan", "wellicht" en "tien slagen om de arm". Ik heb op dit moment geen enkele indicatie dat de US Navy het aantal F-35's naar beneden zou willen bijstellen. Dat men voorzichtig is met het bewieroken van de stealthtechnologie is wel zo realistisch omdat er altijd een wedloop zal zijn bij de technologie. Kijk naar de huidige jachtvliegen, zoals de F-16. De huidige F-16 is bijna niet meer te vergelijken met de F-16 op het moment van introduceren, want hij heeft heel veel updates en upgrades gehad. Dat gaat met de F-35 ook gebeuren. Als de heer Franken het goed vindt, stuur ik hierover geen brief, maar wordt de Kamer hierover geïnformeerd in de hoeveelheid voortgangsrapportages die ik sowieso al over de vervanging van de F-16 stuur. Daarbij zal vanzelfsprekend steeds weer worden ingegaan op de stealthtechnologie en de wedloop die gaande is in relatie tot sensoren en andere technologische ontwikkelingen. Nogmaals, ik heb geen indicatie dat de US Navy minder F-35's, JSF's, gaat bestellen. Dat is een belangrijke conclusie.

De voorzitter:

Mijnheer Franken, ook kort graag.

De heer Franken (CDA):

Heel kort, voorzitter.

Akkoord, mits u wilt toezeggen dat bij die voortgangsoverzichten over de nieuwe technologie, en met name over deze technologie, die nogal opzienbarend schijnt te zijn, wordt bericht zodat we daar een uitleg over krijgen.

Minister Hennis-Plasschaert:

Ik heb aan de overzijde toegezegd om binnenkort volgens de schema's een voortgangsrapportage te sturen. Ik ben van harte bereid om diezelfde rapportage aan deze Kamer te sturen. Daarin zal ook worden ingegaan op de technologie die de heer Franken nu schetst. Het is een dik pak, maar ik vraag de Kamer wel om alles te lezen!


Brondocumenten


Historie







Toezegging Meest recente afspraak Defensie en VWS t.a.v. intensivering op het R&D CBRN budget (33.694) (T02300)

De minister van Defensie zegt toe de Kamer nader te informeren over de meest recente afspraak tussen het ministerie van Defensie en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ten aanzien van de intensivering op het Research and Development (R&D) budget voor CBRN-dreiging (Chemisch, Biologisch, Radiologisch, Nucleair).


Kerngegevens

Nummer T02300
Status voldaan
Datum toezegging 31 mei 2016
Deadline 31 oktober 2016
Verantwoordelijke(n) Minister van Defensie
Kamerleden generaal-majoor der Mariniers (b.d.) F.E. van Kappen (VVD)
Commissie commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen CBRN-dreiging
Research and Development
Kamerstukken Internationale Veiligheidsstrategie (33.694)


Uit de stukken

Handelingen I 2015-2016, nr. 32 item 4, blz. 44

Minister Hennis-Plasschaert:

Gevraagd werd of het budget voor R&D CBRN kan worden hersteld. We hebben een uniek programma. Dat is met 2,5miljoen het grootste onderzoeksprogramma dat door TNO voor Defensie wordt uitgevoerd. Hierdoor is TNO in staat om andere unieke capaciteiten, zoals het toxicologisch laboratorium in stand te houden. Zoals bekend speelt dit laboratorium een cruciale rol bij biologische of chemische aanslagen en incidenten in Nederland. Ik ben me heel goedbewust van het feit dat we in het verleden het besluit hebben genomen om 40% te bezuinigen op de R&D-budgeten. Dat doet echter niets af aan het feit dat Defensie zich enorm inspant om samen met partners, nationaal en internationaal, te werken aan een gezamenlijke en verantwoorde R&D-financiering op dit specifieke terrein. Om die reden heeft Defensie ook voor 2016 en 2017 een additioneel budget van 0,3 miljoen aan het onderzoeksprogramma toegevoegd.

De heer Van Kappen (VVD):

De minister maakt mij erg blij. Dank u wel. De vraag die ik heb, ligt niet helemaal op haar terrein, maar ik stel hem toch. Hoe zit het met het ministerie van Volksgezondheid? Heeft men daar ook maatregelen genomen om de burgerbevolking te beschermen? Is men in gesprek met Defensie over de toegenomen CBRN-dreiging die ook weer blijkt uit het NATO-rapport? Heeft de minister contact met het ministerie van Volksgezondheid hierover?

Minister Hennis-Plasschaert:

Contact is er zeker. Er is zelfs goed contact tussen Defensie en VWS, maar ik moet het antwoord schuldig blijven op de vraag over de meest recente afspraak in het kader van onze intensivering op het R&D-budget. Daar kom ik op terug.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Verzending documenten van algemeen defensiebelang aan Eerste Kamer (33.694) (T02301)

De minister van Defensie zegt toe voortaan documenten van algemeen defensiebelang, zoals de NATO Defence Planning Capability Review, ook aan de Eerste Kamer te sturen.


Kerngegevens

Nummer T02301
Status afgevoerd
Datum toezegging 31 mei 2016
Verantwoordelijke(n) Minister van Defensie
Kamerleden prof. dr. R. Kuiper (ChristenUnie)
Commissie commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingshulp (BDO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie legisprudentie
Onderwerpen NAVO
Kamerstukken Internationale Veiligheidsstrategie (33.694)


Uit de stukken

Handelingen I 2015-2016, nr. 32 item 4, blz. 36, 42

De heer Kuiper (ChristenUnie):

Ik vind het lovenswaardig dat de minister van Defensie onlangs voor het eerst de NATO Defence Planning Capability Review 2015/2016 — dat is de hele titel — voor Nederland naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, mede vanwege haar argument dat transparantie een groot goed is in de omgangtussen regering en parlement. Mag ik de minister bij dezen verzoeken documenten van een dergelijk algemeen defensiebelang voortaan ook rechtstreeks naar de Eerste Kamer te sturen? U ziet met welke betrokkenheid wij vandaag dit debat voeren, ook als het gaat om defensie.

Minister Hennis-Plasschaert:

De NAVO is wel degelijk lovend over de inzet van de Nederlandse krijgsmacht. Daar moeten we geen misverstand over laten bestaan. De NAVO is ook positief over de stappen die het kabinet heeft gezet om de daling in de defensie uitgaven een halt toe te roepen. Ook de NAVO begrijpt dat je Nederland niet kunt straffen voor het feit dat we eindelijk met economische groei te maken hebben. Dat is natuurlijk ook een beetje de makke van die 2%-norm. De NAVO is echter ook kritisch en dat merkt de Kamer terecht op. Ik vond het van belang om dat ook met de Kamer te delen. Er werd gevraagd of ik dat voortaan ook naar de Eerste Kamer kan sturen en niet alleen naar de Tweede Kamer. Het antwoord daarop is vanzelfsprekend ja. Het spijt me oprecht dat ik dat nog niet heb gedaan.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Toezending uitkomsten onderzoek mogelijke burgerslachtoffers (33.694) (T02303)

De minister van Defensie zegt toe de Kamer te informeren over de uitkomsten van het onderzoek naar twee mogelijk door Nederland veroorzaakte burgerslachtoffers in de strijd tegen ISIS.


Kerngegevens

Nummer T02303
Status voldaan
Datum toezegging 31 mei 2016
Deadline 1 juli 2018
Verantwoordelijke(n) Minister van Defensie
Kamerleden prof. dr. E.B. van Apeldoorn (SP)
Commissie commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen bombardement
burgerslachtoffer
ISIS
Kamerstukken Internationale Veiligheidsstrategie (33.694)


Uit de stukken

Handelingen I 2015-2016, nr. 32 item 4, blz. 11, 49

De heer Van Apeldoorn (SP):

De onafhankelijke website Airwars schat dat er sinds het begin minstens 1.207 burgers door de coalitiebombardementen om het leven gekomen zijn. Dit is dus exclusief het nog hogere aantal burgerdoden waar Rusland verantwoordelijk wordt gehouden. Zijn de ministers bekend met deze cijfers? Zo ja, hoe zouden de ministers deze cijfers beoordelen in relatie tot de doelen van deze oorlog? Is dit acceptabele "collateral damage"? In een eerdere brief aan deze Kamer is sprake van een onderzoek naar twee mogelijke door Nederland veroorzaakte burgerslachtoffers. Zijn de uitkomsten van dit onderzoek al bekend, en kunnen de ministers überhaupt nog wat meer informatie geven over door Nederland veroorzaakte zogenaamde nevenschade?

Minister Hennis-Plasschaert:

De heer Van Apeldoorn sprak over de website Airwars. Ik heb vaak gezegd dat het voorkomen en minimaliseren van onbedoelde schade niet alleen voor Nederland, maar voor de hele coalitie de hoogste prioriteit heeft. Elk burgerslachtoffer is er een te veel. Tegelijkertijd kunnen we die natuurlijk nooit uitsluiten, hoe graag ik dat ook zou willen. Ik heb eerder in het publieke domein gebracht dat van de zeer vele wapeninzet van Nederland twee gevallen van mogelijke burgerslachtoffers worden onderzocht. De Tweede Kamer, en daarmee ook uw Kamer, zal natuurlijk worden geïnformeerd over de uitkomsten daarvan. Ik hecht er ook aan om te zeggen dat meldingen van mogelijke burgerslachtoffers door de coalitie uiterst serieus worden genomen. CENTCOM doet onderzoek en stemt af met de lidstaat. We doen ook eigen onderzoek en melden het incident aan het OM. We gaan niet bepaald over één nacht ijs. Tegelijkertijd zeg ik ook dat het voor ons heel moeilijk is om volledig en betrouwbaar onderzoek te doen naar omgekomen burgerslachtoffers in ISIS-gebied, want we hebben daar geen boots on the ground. We hebben daar geen troepen die dat voor ons kunnen doen. Het is dus echt heel ingewikkeld om ter plaatse, op de grond, in ISIS-gebied, gedetailleerd battle damage assessment uit te voeren. Nogmaals, alle meldingen van mogelijke burgerslachtoffers worden opgevolgd.


Brondocumenten


Historie







Toezegging Toezending uitkomsten van de studiegroep Begrotingsruimte (33.694) (T02304)

De minister van Defensie zegt toe vóór de zomer van 2016 de Kamer te informeren inzake een overzicht van maatregelen om meer stabiliteit te organiseren in de defensiebegroting, en dus in de uitgaven. De minister zal de uitkomsten of het advies van de studiegroep Begrotingsruimte aan de Kamer doen toekomen.


Kerngegevens

Nummer T02304
Status voldaan
Datum toezegging 31 mei 2016
Deadline 12 juli 2016
Verantwoordelijke(n) Minister van Defensie
Kamerleden generaal-majoor der Mariniers (b.d.) F.E. van Kappen (VVD)
Commissie commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen Defensie, begroting
stabiliteit
Kamerstukken Internationale Veiligheidsstrategie (33.694)


Uit de stukken

Handelingen I 2015-2016, nr. 32 item 4, blz. 32, 44

De heer Van Kappen (VVD):

Daarbij komt dan nog het feit dat Defensie niet wordt gecompenseerd voor prijsstijgingen en valutarisico's. De organisatie eet zichzelf op. De minister heeft dit probleem voorgelegd aan de Studiegroep Begrotingsruimte die uiterlijk dit voorjaar de resultaten bekend zou maken. Onze vraag aan de minister is dan ook of de resultaten inmiddels al bekend zijn.

Minister Hennis-Plasschaert:

Verschillende leden stelden terecht vragen over de prijsbijstelling en de valutakoersenproblematiek. Het zijn problemen die ik zelf twee jaar geleden al heb aangekaart, om dat er toen bij wijze van spreken een juiste koers was, waardoor we meer konden doen. Nu hebben we een voor ons vervelende koers en kunnen we ineens veel minder doen. Dat hakt er meteen goed in, wat natuurlijk vernietigend is als je wilt werken aan een stabiel defensiebudget. Daarom heb ik het onderwerp geagendeerd voor de studiegroep Begrotingsruimte. Dat is ongebruikelijk, zeg ik er gelijk bij, omdat dit meestal gebeurt bij de wisseling van een kabinet, dus ten tijde van verkiezingen. Ik heb gezegd dat ik zo lang niet kan wachten, want dit zorgt voor alle krijgsonderdelen voor ongekende problemen. Dat geldt ook voor het onvoldoende uitkeren van prijsbijstellingen. Het is twee keer geagendeerd. Ik heb eerder al laten weten dat ik voor de zomer terug hoop te komen met een overzicht van wat we gaan doen en of we tussentijds iets kunnen doen om meer stabiliteit te organiseren in de begroting, en dus in de uitgaven. Dat is van groot belang. Kortom: ik kom voor de zomer van 2016 bij u terug met de uitkomsten of het advies van de studiegroep Begrotingsruimte.


Brondocumenten


Historie